Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


ÆGEON. O, hadden zoo de goden zich erbarmd, Dan zou ik niet terecht thans wreed hen noemen. De schepen waren nog tien mijlen ver, Daar stieten we op een scherp en kantig rif; Geweldig was door onze vaart de schok, Zoodat ons noodschip in het midden brak. Zoo deelde ons dan het lot, bij 't wreed verbreken Van onzen echt, gelijk'lijk beiden toe, Wat ons geluk en wat ons droef'nis bracht.

ÆGEON. Wat ziet gij vreemd mij aan? gij kent mij wel. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Ik heb u nooit gezien, heer, vóór dit uur. ÆGEON. Sinds gij mij zaagt, heeft droef'nis mij veranderd; Door zorgvolle uren heeft de maag're hand Des Tijds mij vreemde trekken ingegrift: Maar zeg mij dan, mijn stem herkent gij toch? ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Ook niet. ÆGEON. En Dromio, gij?

TAMORA. Genadig vorst, geliefde Saturninus, Mijns levens heer, gebieder van mijn geest, Wees kalm, verdraag des ouden Titus' zonden, Gevolg der droef'nis om zijn dapp're zoons, Die hem in 't merg drong en zijn hart doorboorde; Tracht liever hem zijn jammer te verzachten, Dan dat gij hoog of laag voor dezen hoon Vervolgt en straft. Is Aaron wijs, Dan zijn wij veilig, ank'ren in de haven.

Vaak groef ik dooden uit hunne graven op, En zette ze aan de deuren van hun vrienden Rechtop, juist als het leed schier was vergeten, En sneed, gelijk in boomschors, in hun huid Dan in Romeinsche letters met mijn dolk: "Uw droef'nis sterve niet, al ben ik dood."

PROTEUS. Een weinig tijds, heer, doet die droef'nis sterven. HERTOG. Dit wacht ik ook, maar Thurio denkt van neen. Proteus, ik heb een goeden dunk van u; En dit, gij gaaft mij proeven van uw ijver, Is oorzaak dat ik verder u vertrouw. 19 PROTEUS. Niet langer, dan ik trouw blijf aan uw hoogheid, Zij 't leven mij gegund, en bij uw hoogheid.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek