Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 mei 2025


Dan schudden de ouden hun eerwaardige hoofden en begonnen te vertellen van het snorren der spinnewielen en 't klapperen der weefstoelen, van de drukte in de keukens, van 't slaan van den dorschvlegel op den dorschvloer, van 't klinken van den bijl in 't bosch. Maar het duurde niet lang, of ze waren weer op den ouden toon aan 't vertellen.

Eerst ben ik Hoeksch geweest, toen Kabeljauwsch en nou ben ik duivelsch!" en den dorschvlegel van zijn schouder nemende, sloeg hij net zoo lang links en rechts, tot al de lui op den loop gingen. Maar hoort nu, hoe het verder met me afliep. Daar was een rijk geladen Oostindie-vaarder thuis gekomen en lag aan den wal te Rotterdam.

Onder de gebeden der Christenen en den hevigsten tegenstand der Turken, werd met dit gevaarte de sterkte aangevallen. Van weerszijden werd woedend gestreden. Een jong ridder uit Luik beklom het eerst den toren. Hem volgde een zeer jonge Fries, HAIJO, van Wolvega, die, met een dorschvlegel gewapend, allen versloeg, die hem tegenstonden, en ook het vaandel van den Sultan veroverde.

Ge beschut Gods kerke; maar eilieve, heeft ook het kaf met zijn huls en spriet het koren niet gedragen? o, Denk toch aan den dorschvloer! Dagen, weken, maanden lang tiert het stil en rustig op den akker. De sikkel ligt te roesten, de dorschvlegel is opgeborgen, de wanne is vol stofs. Het schijnt aan geen dorschen toe te komen. Maar eindelijk, eindelijk breekt de dag des oogstes toch aan.

De jonge knecht liet zijn dorschvlegel vallen en liep haastig door het hek, terwijl Smul naar het woonhuis toe kwam. "Och Hiere," dacht Rozeke doodsbleek en bevend, nu zal hij mij slaan, mij doodslaan." Zij deed Hilairken en Marietje in een hoek achter 't tafeltje zitten en klampte haar rechterhand aan de wieg van het kleintje, terwijl zij met de linker instinctmatig Melekens schort vastgreep.

Volijverig hanteeren de dorschers den vlegel, en uit het rythme van den dorschvlegel groeit het dorschlied met zijn gespierde en toch zoo smijdige klankbeweging: It klitst, it klatst, 't Giet juwn toa gest, Op tzies in brea Mey 't heale gea. Zouden er geen liederen gezongen worden in den trant van Cremer's Betuwsch dorschliedje?

De "kerels" van Gent kunnen het getuigen. Boven op een paard speelt hij ook wel voor ridder; de dorschvlegel is zijn speer, de wan zijn schild; "ja, zeker!" zeggen dan de overige rekels, "Roelof weet van steekspel houden!" Denzelfden vijandigen geest, dezelfde minachting ademt een lied "van de kerels" waarvan wij, sprekend over de minneliederen, reeds gewag maakten.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek