Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
Hen die ik genoemd heb, die stom zijn onder de verdrukking en wier stilte gehoord wordt enkel door God, koos hij tot broederen. Hij trachtte oogen te worden voor den blinde, ooren voor den doove, een kreet op de lippen van hen wier tong gebonden was. Zijn verlangen was om voor de tienduizenden die geen uiting gevonden hadden, te zijn als een bazuin waardoor zij konden roepen naar den hemel.
"Het diamant," legde haar eens de jonge ingenieur uit, "is heel eenvoudig niets anders dan zuivere koolstof. Het is een stuk gekristaliseerde kool, niets anders. Men kan het verbranden evenals een gewone doove kool, en die eigenschap van verbrandbaarheid heeft voor de eerste maal den aard zijner vorming, zijner grondbestanddeelen doen gissen.
Maar het zien van de volle platten in de Zoccostraat deed ongeduldig verlangen naar een even goede plaats; de gids aangespoord tot haast, had hem meêgenomen door een donkeren winkel; achter dichte luiken walmden er de doove kerkgeuren van specerijen; en een pakhuistrap toen op; reten licht schenen onder de stijgende hielen van den jongen die het eerste klom; vervolgens een luik opengeduwd en in de plotselinge licht-overstelping het staangeld betaald aan een man, die bij het trapgat het luik weêr sloot.
Niets is u ontgaan van hetgeen Amasis met Psamtik gesproken heeft. Moge Isis u lang uw gehoor laten!" »Och, vader, een doove had heden in het aangrenzende vertrek ieder woord kunnen verstaan, want de koning brulde als een stier." »De groote Neith heeft hem met onvoorzichtigheid geslagen.
De witte muur, het roode dak, de grauwe baan, de zwarte moude , het groene gers , de bruine tak, 't is al alsof 't herleven zoude in 't licht, dat 't moede en 't doove, van dat verruwloos is, verwen kan.
"'t Is wèl," zei juffrouw De Groot, en de Moeder vertrok, om door het gesloten venster heen, met de doove buurvrouw een luid gesprek aan te knoopen over de noodzakelijkheid om juffrouw Noiret af te leggen, en over haar kostelijke sprei. "Wat had de Moeder?" vroeg Suzette, weemoedig opziende, toen zij vertrokken was. "Niets, lieve!" zei juffrouw De Groot: "ik zal voor alles zorgen.
Het valt ons nu niet meer zoo moeilijk het doove oor te keeren naar die stemmen, welke ons trachten mede te voeren in de beslommeringen van den dag en die ons trachten wijs te maken dat wij daarbij hoognoodig zijn. Wij worden nu minder hevig ontroerd door de pijnlijke kreten uit ons eigen gemoed opgaande, dan door die van onze medemenschen.
Men spreekt niet dan fluisterende in de sterfkamer. O! voor wie u teeder beminde, is het eene behoefte het doove lijk nog eens bij uwen naam te noemen. Zachtkens en met eerbied vlijt men u in uw laatste verblijf neder. Statig voert men u ten grave. Met ongedekten hoofde ziet men de kist nederdalen. Met plechtigen ernst wordt de schop aarde er op geworpen.
Nooit is een man geheel ongelukkig, zelfs niet dan als hij ziek is: de een verheugt zich over zijn zonen, een ander over verwanten, een derde over zijn vele vee, en een vierde is tevreden over zijn daden. Een lamme rijdt nog op een paard, wie zijn handen verloor kan de kudde leiden, een doove kan nog vechten, en een blinde is beter dan een verbrande. Want dooden dienen tot niets.
Hij heeft zijn fabelachtig monster met schubben onder den buik, niet de hagedis, met puisten op den rug niet de pad een monster, dat in oude kalkovens en droge waterputten huist, dat zwart, harig, kleverig is, nu langzaam dan snel voortkruipt, dat geen geluid geeft, maar slechts kijkt en zoo vreeselijk is, dat nooit iemand het gezien heeft; hij noemt dit monster "de doove."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek