United States or Turkey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hem vertelde een oud man van de doornhaag; daarachter zou een slot zijn, waar een wonderschoone koningsdochter, het »Doornenroosjezou slapen; en met haar het geheele hof. Hij wist ook van zijn grootvader, dat veel koningszonen al in de haag gedrongen waren, maar zij waren er ingebleven en een jammerlijken dood gestorven.

Toen nam het meisje met haar lief Roland weêr de menschengedaante aan en zij liepen den ganschen nacht door, tot het licht werd. Toen veranderde zich het meisje in een fraaie bloem, die bloeide midden op een doornhaag en haar liefste, Roland, veranderde zij in een vedelaar.

DISSEL. Op een prik; en dit is een almachtig goede plaats voor onze rippetitie; deze groene plek moet ons tooneel zijn, deze doornhaag onze kleedkamer; en wij willen er alles bij doen, zooals wij het zullen opsnijen voor den hertog. SPOEL. Pieter Dissel, DISSEL. Wat wil je, ijzervreter Spoel? SPOEL. Er zijn dingen in deze comedie van "Pyramus en Thisby," die nooit zullen bevallen.

Toen legde zich ook de wind, en aan den boom voor het slot bewoog geen blaadje meer. Maar rondom het slot groeide een doornhaag, die ieder jaar hooger werd, en het gansche slot omgaf en er overheen groeide zoodat er niets meer van te zien was, zelfs niet de vlag op het dak.

De velden met het bleeke licht er over! Pallieter zag ze zoo liggen, doorheen de zwarte doornhaag, met boeren en peerden op het land en zeilschepen op de Nethe! "Mor ik gon wandele! rikt!" zei Pallieter. Een korte, bolle wind zaaide een vracht verschen aardreuk, vermengd met beer, over den hof. "Mokt loose goemersoep, ik drink ginne kaffe!" Hij ging even in de keuken.

Hij zag dan nog eens rond, liet twee vergeten klanken vallen en vloog weg. "Wa 'ne zot!" zei Pallieter. De merelklanken hongen nog in de lucht, als er in de doornhaag ineens een wild, klein vleugelengeslaag en getjilp van musschen woelde, die vochten om een pop.

De Schapen rennen als zinneloos tegen de doornhaag, de Geiten schreeuwen luid, de van angst steunende Runderen dringen tot een verwarde troep bijeen, de Kameel tracht, omdat hij graag zou vluchten, de kluisters die hem tegenhouden, te verbreken, en de moedige Honden die Luipaarden en Hyena's bevochten, huilen jammerlijk en zoeken bescherming bij hun meester.

En toen hij de doornhaag naderde waren het enkel mooie groote bloemen, die uit elkaâr bogen toen hij kwam, zoodat hij er doorging, onverlet; en achter hem sloten zij zich weêr als een haag. Hij kwam in het slot; daar waren de paarden en de gevlekte jachthonden in slaap, op het dak de duiven, het kopje tusschen de vleugels.

Alleen de struische, groene haan met ros-gouden kop vloog op de besneeuwde doornhaag, en kraaide van daar zijn sterk geklaroen over de stille, witte streek, hij sloeg zijn vleugels eens open en toe, en wandelde dan terug naar binnen, en toen eerst leefde uit de verre, witte eenzaamheid, in een ander dorp, hanengekraai terug. Maar daar was Marieke, die opgewekt in de slede sprong.