Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juli 2025


Het bleek hem, dat, als hij den volgenden morgen vroeg vertrok, hij in den loop van den dag het huis van Petinggi Datoek zou kunnen bereiken. Petinggi Datoek was volgens de Dajaks hun voornaamste stamhoofd, en wanneer hij de reizigers goed gezind was, zouden ze bij de Kenjaoe-dajaks niet de minste overlast ondervinden.

Zou het niet beter zijn, ze ongemerkt te blijven achtervolgen? Dan bestond er groote kans op het ontdekken van hun geheimen weg. Dan kon men in hun land doordringen. Kees zag in zijn verbeelding de diamanten reeds in zijn bezit. Zoodra de dag aanbrak, ging Kees met Petinggi Datoek overleggen.

De overgroote meerderheid der Dajaks had nog nooit een blanke gezien. Vol nieuwsgierigheid zaten ze om Kees heen en beschouwden diens persoon en zijn doen en laten met de grootste belangstelling. Toen Kees en Marti gegeten hadden, knoopten ze een gesprek aan met Petinggi Datoek.

Een eind verder zat de verkenner verscholen in het struikgewas. De bala hield halt en Kees en Petinggi Datoek begaven zich naar den verkenner. »Wat nieuws?" vroeg Kees haastig. »Slecht nieuws, heer!" »Hoe zoo? Waar zijn de Sibaoe's?" »Verdwenen, heer! Ze zijn in de lucht verdwenen." Kees stampte op den grond. Petinggi Datoek stiet een kreet van bijgeloovige angst uit.

Nu zouden de moeilijkheden pas beginnen. »Petinggi Datoek heeft niets te veel gezegd van de steilten en afgronden in deze rotsenwereld," dacht Kees. Weinig vermoedde hij, dat hij zóó spoedig met de allerergste gevaren kennis zou maken. »Dat ziet er niet mooi uit, Marti!" zeide hij, terwijl hij zijn helper op de kale rotswanden wees. »Neen, heer, het is onmogelijk dáár het gebergte te bestijgen.

Slechts enkele der mannen hadden kunnen ontkomen. Deze waren op hun overhaaste vlucht één der boodschappers van Petinggi Datoek tegengekomen, die hen gezegd had, dat allen zich moesten verzamelen op den Boekit Seloewa. In ademlooze spanning had een dicht opeengedrongen menigte Kenjaoe's het verhaal van hun stamgenooten aangehoord.

De gewonden werden meegevoerd op ruwe, van takken vervaardigde, draagbaren. Weldra was het overwinningsfeest in vollen gang. De vreugdekreten schalden; de keteltrommen dreunden; het was een oorverdoovend lawaai. Inmiddels zond Petinggi Datoek een paar boodschappers naar den Boekit Seloewa. De vijand was verslagen; nu kon men dus ongehinderd naar de dorpen terugtrekken.

Toen Kees zijn plan kenbaar maakte, naar het land der Sibaoe's te willen gaan, werd dit door allen met teekenen van schrik en afkeuring ontvangen. Ook hier ontwaarde hij dezelfde gezindheid, als bij de Dajaks, die hij den vorigen avond had gesproken. Na eenig zwijgen zei Petinggi Datoek: »Heer, ik weet niet, waarom u naar het land der Sibaoe-dajaks wilt gaan, maar w

Ze moesten de thuisgeblevenen al vast waarschuwen, om alles voor de festiviteiten in orde te brengen. »U blijft toch, heer, om onze groote feesten mee te vieren?" vroeg Petinggi Datoek. »Het was mijn plan, zoo spoedig mogelijk naar de benedenlanden af te zakken en dan naar mijn land terug te keeren," antwoordde Kees. »Zooals u wilt, heer!" zei de Dajak teleurgesteld.

»Het beste is, dat u zelf eens gaat kijken, heer," zei de Dajak droogjes. »Dat zal ik doen, en dan zal ik je toonen, dat een blanke beter sporen kan zoeken, dan een Kenjaoe-dajak," vervolgde Kees, die steeds boozer werd. Petinggi Datoek gaf een teeken aan de bala. Deze naderde en men ging weer vooruit. De Dajaks omringden nu den verkenner.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek