Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juli 2025


Na de verhalen der Tapangers over de koppensnellende Sibaoe's was hij niet erg verlangend naar een kennismaking met dien stam. »Zou je denken, dat het gebergte zoo ontoegankelijk is als Petinggi Datoek vertelde, of zou hij uit angst voor de antoe's hebben overdreven?" vroeg Kees aan Marti.

De twee vermoeide en uitgehongerde zwervers genoten gastvrij onderdak en konden zich nu weer eenigszins herstellen van de geleden ontberingen. Toch reisden ze den volgenden morgen zoo vroeg mogelijk af, om zoo mogelijk denzelfden dag nog het huis van Petinggi Datoek te kunnen bereiken. Het was reeds avond en geheel donker, toen ze te Tapang aankwamen.

Daarna vertelde Kees, hoe de beide andere Dajaks hem verlaten hadden. Ook deze mededeeling verwekte groot opzien en ontsteltenis. »Ze zijn niet teruggekeerd, heer!" zei Petinggi Datoek. »De antoe's hebben ook hen naar beneden geworpen," verklaarde een oud man met groote stelligheid. Een huivering van ontzetting voer door de rijen.

Maar de paden waren er door de afgevallen bladeren zeer glibberig, zoodat het loopen erg lastig viel. Het was een afmattende tocht. Dikwijls moesten de reizigers halt houden, om eenige oogenblikken uit te rusten. Op een gegeven oogenblik verklaarde de gids, nu terug te willen keeren. Het pad was verder gemakkelijk te volgen en de groote ladangs van Petinggi Datoek waren niet ver meer af.

Gaarne zou hij meer hebben vernomen, maar hij begreep wel, dat een goede nachtrust volstrekt noodzakelijk was, wanneer hij den volgenden dag den zwaren tocht naar het dorp van Petinggi Datoek volbrengen zou. Bij het aanbreken van den dag waren ze reeds weer reisvaardig. Eén der bewoners van het huis had zich aangeboden, om als gids dienst te doen, hetgeen Kees met blijdschap had aangenomen.

»Naar een plek in de wildernis, die zeer moeilijk te vinden is, heer. Dáár bouwen we hutjes en afdaken en blijven er zoolang wonen, tot de Sibaoe's ons land weer verlaten hebben," sprak Petinggi Datoek na eenig overleg. »En moeten de bewoners der andere dorpen dan niet gewaarschuwd worden?" »Zeker, heer, morgenochtend zend ik boodschappers uit.

Van dezen toestand maakte de reserve der Kenjaoe's gebruik, om de overgeblevenen van achteren aan te vallen. Onder leiding van Petinggi Datoek stormden zij te voorschijn. Vol ongeduld hadden zij liggen wachten, tot hùn oogenblik gekomen was. En nu zagen ze hun kans schoon. Het tijdstip was inderdaad gunstig gekozen. Groot was de ontsteltenis onder de Sibaoe's.

Kees vroeg vergunning, zich met Marti bij hen aan te sluiten. Onder deze omstandigheden zag hij er tegen op, alleen het land door te trekken. Petinggi Datoek, die hem zeer dankbaar was voor de waarschuwing, stond hem gaarne toe, mede te gaan naar de schuilplaats. Bij het krieken van den ochtend toog de geheele bevolking van Tapang op reis. Allen liepen achter elkaar.

Hij begon te vreezen, dat al zijn moeite vergeefsch zou zijn geweest, en hij ten slotte onverrichterzake terug zou moeten keeren. »Is die dan niet te gebruiken om in het land der Sibaoe-dajaks te komen?" »Ik weet het niet, heer," antwoordde thans Petinggi Datoek. »Het is mij niet bekend, of men langs dien weg door het geheele gebergte kan komen.

De gewone toestand heerschte weer in Tapang. Nu de kalmte weergekeerd was, wilde Kees nog enkele dagen rust nemen, om zich voor te bereiden voor de thuisreis. »Blijft u toch nog eenigen tijd, heer!" noodde Petinggi Datoek. Hij koesterde groote dankbaarheid voor Kees en zou wel altijd zoo'n goeden raadsman bij zich willen houden.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek