Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Gij dartle windtjens! kustet Texas druiven, Gij deedt de Mexikaansche palmen wuiven, Gij volgdet door de Zuider-lustwarand De beekjens, die, Sonoraas klare wellen Ontsprongen, even lustig zeewaards snellen; Maar hebt gij ooit een schooner wonderland Dan dit doorwaaid? 't Heeft niets aan Menschlijk pogen Te danken: 't Is Gods werk!
Zij zingen van al 't Schoone, dat 's menschen boezem treft Zij zingen van al 't Goede, dat 's menschen hart verheft. De dartle hovelingen verleeren allen spot; De dreigende oorlogshelden verneedren zich voor God; De Koningin, verteederd, werpt, met een tranenvloed, De puikroos van heur boezem den Zangers voor den voet! "Gij hebt mijn volk betooverd, gij hebt mijn vrouw verleid!
Gy ook, Sethietsche schoonen, Omgingt het in den rei, met bruine myrthenkronen Gehuld? Gy ook, ô gy, tot beter dienst bestemd! Uw zuivrer hand heeft meê den bedetak geklemd, Met bloed besprenkeld, God ten gruwelhoon vergoten! Waar gaat gy thands? Gy volgt uw feest , uw speelgenooten, Daar, waar de disch u toeft met dartle tafelvreugd En kozeryen van een bandelooze jeugd.
't Zij we onder 't lindeloof des zomers zijn vereend, 't Zij 't snerpen van de koude ons stiller vreugd verleent En we om een knappend vuur de stoelen samenschikken; Als 't kind verschijnt, ziedaar een waarborg voor de vreugd; Men lacht, men troetelt, kust en tergt zijn dartle jeugd; En moeders harte smaakt zijn zaligste oogenblikken." Mevrouw Dorbeen lachte goedkeurend.
Ga, moge u moed noch kracht ontbreken, En wil, met de almacht van de Dichtkunst toegerust, De boezems niet in weelde en dartle drift ontsteken, Maar in 't gewijde vuur van reine hemellust! Wees gij gelukkiger in Vriendschap en in Liefde Dan al te vaak, helaas! de Dichter wezen mag! En blink' de roem, wiens straal nu de uchtendwolkjens kliefde, Eenmaal voor U in vollen dag!
Schoon geen zang der burchtgenoten klinkt met vrolijk maatgeluid Feest is 't op den Ammersode: Jonkvrouw Ada is de bruid. »Dartle lijfknaap! hoe zoo somber? Waarom in uw oog die traan? Aan het feestmaal zit uw Jonkvrouw; gy doolt eenzaam door de laan? 'k Ben een vergereisde zanger, vreemd in Arckels burchtgebied. Sneeuwt het daar geen roode rozen? Is de bruid uw Jonkvrouw niet?"
Een druk der lippen sterkt de halfgeopende oogen, En ach! zy ziet, ze erkent den zelfden hemeling, Die eenmaal aan heur borst in dartle omarming hing, Van wien zy 't liefdepand zich onder 't hart voelt leven! Ze erkent hem, en gelooft van enkle vreugd te sneven. De Jongling spreekt haar toe, terwijl een morgenlicht Hem afstraalde uit den blos van 't vlekloos aangezicht.
Dartle Liefde gaat verloren Bij een eerste winterkoû, Maar de Liefde, uit smart geboren, Is gelijk de smart getrouw! 't Land der zonne legt de bloemen Glans en gloed op ieder blad, Maar zij kunnen weinig roemen Op een milden geurenschat. Wolken, nevels, als daar grijzen Aan ons waterachtig zwerk, Doen eerst recht de geuren rijzen Uit het vochtig bloemenperk.
In den loop der jaren werden de bruiloftszangen gekuischter, verzwegen de zangers, wat niet meer gezegd worden mocht, en in 1824 zingt Spandaw in een »Echtzang«: »Gij wacht hier, bruidegom, geen dartle minnezangen, Geen cithertonen, waar Idalisch vuur in gloeit..«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek