Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juli 2025


Columbus schreef in zijn dagboek aan Ferdinand en Isabella: "Ik verklaar Uw Majesteiten, dat er in de geheele wereld geen beter land en geen beminlijker, handelbaarder en vreedzamer volk is als dit. Zij beminnen hun naasten als zich zelf. De omgang, dien zij met elkander hebben, is lief en vriendelijk, en al is het waar, dat het wilden zijn, hun gewoonten zijn prijzenswaard en welvoegelijk."

Eenigen tijd daarna vond men hun dagboek, waarin men het eenvoudig, hartroerend verhaal van hun lang martelaarschap kon lezen tot op den laatsten levensdag van den laatst overgeblevene, kapitein Gardiner. In 1854 werd de Allan Gardiner, in Engeland voor rekening van het Genootschap voor de zending in Zuid-Amerika gebouwd, naar Vuurland gezonden.

Deze stof nu splitste ik in vier deelen. In de eerste afdeeling bracht ik: Auto-biographische aanteekeningen van Leo Tolstoi, zijne brieven gericht tot verschillende personen, en een uittreksel uit zijn dagboek.

Toen hij terugkwam, zag mijn zuster hem en haar reactie was anders dan de mijne. Ze schreef later in haar dagboek: "Oom Hannes bij ons geweest. Ik kwam terug van een boodschap en zag hem voor de deur staan: hij had net gebeld. En meteen wist ik dat dit nu oom Hannes was, al had ik hem nog nooit gezien. 'Van buiten zwart, van binnen rein', zeggen zijn loges."

Tolstoi's dagboek, dateerende uit dien tijd, staat vol aanteekeningen en opmerkingen over dien arbeid en daarnaast schreef hij een zee van gedachten neer, alsof zijn verstand tot nu toe had geslapen en, plotseling wakker geworden, zich met alles ging bezighouden. In Maart van het jaar 1847 lag Tolstoi wegens de een of andere ziekte in de kliniek te Kazan.

Ik zal het eindigen met den dag dat ik hier weg ga. Ik ga hier altijd weg als de laatste blaadjes gevallen zijn, en dan sluit ik meteen mijn dagboek. Hoe is eigenlijk de verhouding tusschen u en uw onderwerpen? Dat is de verhouding van iemand, dien zij denken heelemaal tot hun gemoedsleven te behooren. Die menschen weten vagelijk dat ik schrijver ben. Zij weten het maar heel onduidelijk.

Den 7en Augustus, terug in Starogladowskaja, schreef hij, meegesleept door het patriarchale, eenvoudige leven der Kozakken, dat hem lief en tot eene gewoonte was geworden, in zijn dagboek: "De eenvoud is de deugd, die ik mij wensch eigen te maken boven alle andere." Eindelijk, den 28en Augustus, kwam het lang verwachte antwoord van de redactie van den Sawremjennik.

Als jongen van 15, 16 jaar hield hij een dagboek, en schreef verzen; evenzoo in Natal. En zijne brieven aan Everdine worden ongemerkt stukjes literatuur; herinneringen uit zijn kinderjaren, de beschrijving zijner omgeving te Poerwakarta, zijn omgang met Cateau. Zijn stijl wordt natuurlijker, losser, zelf vergelijkt hij ze met hutspot.

De eerste dagen van Februari vonden ons bezig met die worsteling naar het Noorden, en eindelijk hadden we dan het dépôt bereikt op 82 graden, 45 minuten Zuiderbreedte. Mijn dagboek zei heel weinig in die dagen. De volgende passages, die ik eraan ontleen, zullen een denkbeeld geven van de omstandigheden, waaronder we voortzwoegden en den ernst van den toestand, waarin wij verkeerden.

In zijn dagboek, dato 5 Maart 1855, staat de volgende profetie over zichzelf geschreven: "Een gesprek over de Godheid en het geloof heeft mij op een groot, machtig denkbeeld gebracht, en ik voel mij in staat aan de verwezenlijking daarvan mijn leven te wijden.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek