Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
»Bij de vierde wake is de maan in het westen ondergegaan. Kin-Fo is tachtig jaar oud! Zijn lichaam is saamgekrompen als de kreeft in het kokende water! Hij vermindert, hij daalt met de ster van den nacht!" »Bij de vijfde wake wordt de naderende morgenstond door hanengekraai begroet. Kin-Fo is honderd jaar. Hij sterft, zijn levendigste wensch is vervuld; maar vorst Ien weigert hem te ontvangen.
De weg, nu eens een pad, dat als een diepe kloof door de twee of drie meter hooge gele grasstengels heen voert, dan weer een vrij breede route op de vlakke einden, loopt volkomen rechtuit als een romeinsche weg, gaat over heuvels heen of volgt een eind ver de kammen, daalt in de dalen neer en dringt in de wouden binnen of passeert groote moerassige streken, waar hij als dam doorheen leidt.
Trots een nauwkeurig onderzoek gelukt het niet, een visch te zien te krijgen. De avond is wonderlijk helder en de schemering daalt langzaam. Het vertrouwde ruischen van den stroom roept de herinnering aan kalme avonden in afgelegen dalen van de Alpen op.
Als het eiland daalt, neemt de diepte van het water daarboven toe; het is alsof de waterspiegel rees, en het koraaleiland verkrijgt de hoogten A, B, C. In den Stillen Oceaan en in de Indische zee vindt men koraaleilanden, die eene hoogte hebben van meer dan 1000 meters. Merkwaardige scheppingen!
Maar hij kon immers niet zien, het ellendige dier! «Zoo dikwijls een goed kind sterft, daalt er een engel uit den hemel op de aarde neer, neemt het doode kind in zijn armen, spreidt zijn groote, witte vleugelen uit, vliegt over alle plaatsen, die het kind heeft liefgehad, en plukt een handvol bloemen, waarmee hij naar God opstijgt, opdat zij daar nog schooner dan op aarde mogen bloeien.
Bestaat er dus wel verband tusschen de titels en den inhoud van RUYSBROECK'S werken, anderzijds zal gebleken zijn hoe telkens naast en boven dit bijzondere het algemeene zich vertoont. Dat algemeene zullen wij trachten beknopt samen te vatten. Uitgaande van het Wezen Gods, daalt ook RUYSBROECK'S mystiek af tot den mensch en klimt weer op tot God.
112 dan mijn vrees was, toen ik zag dat ik van alle kanten in de lucht was, en ik alle gezicht uitgewischt zag, behalve dat van het beest. 115 Hij gaat voort langzaampjes aan zwemmende; hij draait en daalt, maar ik werd het niet gewaar tenzij dat het mij het gezicht en wat daaronder is, waaierde.
En een ezel ik, met een jonkvrouw op mijn rug, stond daar hoog, op het witte gekartel van een hoogen bergkam.... Waarheen? Het was alles onbekend. De naaste minuut zoû de onbedenkbare verrassing zijn. Waar de bergkam daalde, zette ik mijn hoef. En daalde met den bergkam mede. Hoe voorzichtig daalt toch een ezel langs de steilste bergflanken omlaag!
Dat ziedt en ritselt en verspreidt zich in strepen over de heele aarde en loopt heen en terug in een onophoudelijke haast. Maar als de groote goudstroom daar buiten daalt dan snellen de kleine gulden wateraartjes terug van uit de uithoekjes van de wereld.
Tolstoi verloor dikwijls de heerschappij over zich zelf, wat hem tot vertwijfeling bracht, maar telkens vatte hij weer moed en zoo lezen wij in zijn dagboek: "Ik leef, misschien met eene kleine uitzondering, geheel als het vee. Bijna al mijn bezigheden heb ik laten varen en mijn geestelijk peil daalt."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek