Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 oktober 2025


Je zoudt er wel kommen met 'en daalder." "'En daalder op je oogen." Deze en dergelijke waren de gesprekken van de kunstbeschouwers voor het raam van dit atelier. Op den hoek van 't huis hing een groot uithangbord, waarop de bekende geschiedenis van den Zoeten Inval stond afgebeeld, en daar onder "H.P. De Groot. Alle zoorten van koek en kleyngoed."

Neem toch, zeiden zij, neem dit oortje, aanvaard dezen gulden, laat ons u dien gouden angelot schenken, dien daalder aanbieden, dien karolus in uwen zak steken. Laat angelotten en karolussen het daglicht niet zien, zeide Uilenspiegel zeer stille: de linkerhand mag niet weten wat de rechterhand geeft.

Hy droomde allerlei vreemde dingen, waarvan de hoofdzaak was dat 'n jong meisjen op 'n tafel stond, en zich vermaakte met het opwerpen en vangen van zware mannen in schippersdracht. Ze speelde er mee, of 't ballen waren... Laat ik haar nu goed aanzien, vermaande zich Wouter. Straks rydt zy de lucht in ... ze ziet niet op 'n daalder... en daarom... al is 't nu maar 'n droom...

Verder zijn nog de geslachtsnamen Daalder, Gulden en Ducaet muntnamen die geen naderen uitleg eischen, evenmin als Duyzenddaalders. Maar deze laatste naam is eigenlik een basterdvloek, en staat in de plaats van »duizend donders!"

De een noemde hem een Mingaud, de ander een blauwbaard, de derde een boa constrictor, allen te zamen: "den mijnheer van de vlag". De bejaarde luitenant, die op drie stond en met den verloopen student geassureerd was, wilde zich doodstooten en hem voor een daalder koopen; de graankooper, die tegen die manoeuvre was, zei dat Pieter veel te sterk speelde om het aan te nemen; de chirurgijnsleerling bestelde de bokaal voor mijnheer "Hastok", die den pot "op schoon dacht te winnen"; het was een leven als een oordeel.

De oudste broeder, die baksteenen vervaardigde, merkte al spoedig, dat er van iederen steen, als deze gereed was, een kleine munt, al was het er ook maar een van koper, afviel; maar vele koperen penningen, bij elkaar gelegd, maken een daalder, en waar men met zulk een muntstuk aanklopt, hetzij bij den bakker, of bij den slager, of bij den kleermaker, ja, bij allen, daar vliegt de deur open, en men krijgt, wat men moet hebben; zie, dat werpen de steenen af; enkele verbrokkelden wel is waar of sprongen in tweeën, maar zulke kon men ook wel gebruiken.

"Hou je ellebogen vóór je, Gerritje; ik waarskou je, hoor!" "Pas op, Pietje! of je holsblok gaat de bakkerij in." "Kaik; ie doet den oven open; is 't men een vuurtje?" "Wat doet die dikke nou weer? Hij doet meel an zen knuisten!" "Wel nou, mot 'et deeg dan an zen vingers blaiven hangen? Jij bent ook een mooie...." "Wacht 'en beetje! da's een kokkerd, die kost wel 'en daalder, hoor!" "Hoor je hem?

Die van "de kroon" was de mooiste en de duurste; ze kostte "een daalder en zestien groschen," dan kwam die van "het hert," tegen "een daalder," en eindelijk kwam die van "jammerlijk, ellendig ding," die kostte maar "acht groschen" en was voor den gemeenen man. Heden trok hij het groote register van "de kroon," uit; dat wilde de molenaar zoo hebben.

Ik hadde gedaan gelijk de Comedianten doen, ik speelde het spel te regt, zonder iets te haperen ofte te manqueren; die het spel niet en kan, die en speel het niet. Ende als het werk gedaan was, zo waren daar veel liefhebbers, die haar milde hand toonden: ende onder allen was daar een man uit Zeeland, die zeide; omdat de konste zoo fraay is, zoo schenke ik u daartoe nog een Zeeusche Daalder.

Wouter ging naar huis, en droomde van ongehoorde winst. Hy zou 'n daalder teruggeven in 't knipje van z'n moeder, en voor lange Ceciel 'n potlood koopen van den man die er gaten mee prikte in 't hout van z'n kruiwagen. Zóó sterk waren ze! Dat was wat

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek