Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 mei 2025


Omdat zij haren man niet durfde opwachten, ging zij met haren zoon naar Demetrius, en smeekte, dat hij haar hare dochter weer zoude geven. Maar als Demetrius haren zoon zag, liet hij hem naar zijn hof voeren, en deed met hem eveneens, als hij met zijne zuster gedaan had. Aan de moeder zond hij een zak vol goud, doch zij smeet het in zee.

Deze ging eens op de stad Salamis af; nadat hij daar een geheele poos mede gestreden had, moest hij strijden met de vloot van Ptolemeus. Ptolemeus zoo heette de vorst, die heerschte over Egyptenland. Demetrius won den strijd, doch niet door zijne soldaten, maar door dat wij hem geholpen hadden.

Twee van Titus' Zoons komen op, daarna twee Mannen, die een zwart overdekte lijkbaar dragen; vervolgens twee andere Zoons; hen volgt Titus Andronicus; achter dezen komen Tamora, alsmede Alerbus, Chiron, Demetrius, Aaron en andere Gothen, als gevangenen; gevolgd van Krijgslieden en Volk. TITUS. Heil, Rome, zeeg'rijk in uw treurgewaad!

Ik mag het eiland niet verlaten, zonder er aan te herinneren dat Hydra het vaderland is van een staatsman, die in de diplomatieke wereld van Europa een welbekenden naam draagt: Demetrius Bulgaris, thans ruim vijf-en-zeventig jaar oud, en die sedert meer dan vijftig jaar een zeer werkzaam aandeel heeft genomen aan de politieke geschiedenis van zijn land.

MUUR. "Zoo heb ik, Muur, nu braaf mijn plicht gedaan, En, afgedaan, mag muur nu henen gaan." THESEUS. Nu is de muur tusschen de twee buren ingestort. DEMETRIUS. Dat mag ook wel, Heer, als muren het durven wagen zonder waarschuwen alles af te luisteren. HIPPOLYTA. Dit is wel het onzinnigste ding, dat ik ooit gehoord heb.

DEMETRIUS. 't Is dwaasheid haar te volgen; ze is te boos; 't Is beter, dat ik hier mij nu verpoos. Steeds zwaarder drukt de zwaarte van het leed, Als slaap, zijn schuldnaar, van geen afdoen weet; Misschien ontvang ik thans een deel der schuld, Verwacht ik hier zijn kwijting met geduld. OBERON. Wat deedt ge?

DEMETRIUS. Lysander, houd uw Hermia; ik dank; Minde ik haar ooit, thans gloeit in mij geen sprank; Mijn hart had eens bij haar als gast een kluis, Maar kwam voor goed bij Helena weer t'huis; Daar blijft het nu. LYSANDER. Geloof 't niet, Helena. DEMETRIUS. Spreek niet een trouw, die gij niet kent, te na, Als gij niet wilt, dat gij er duur voor boet! Daar komt uw liefste; zie, zij wacht uw groet.

Cassander liet wel in 316 de stad herbouwen, doch zij had in 290 weder veel te lijden van Demetrius Poliorcetes en in 86 van L. Cornelius Sulla. Het was de residentie van de aegyptische koningen van verschillende dynastieën. Het was rijk aan grootsche en prachtige tempels, paleizen en andere gebouwen.

't Lieve kind, zelfs in den slaap Vliedt zij de' ongelikten knaap. Op uw oogen, barre beer, Stroom' dit krachtig bloemsap neer; Als ge ontwaakt, de liefde moog' Sluimring weren van uw oog. Wordt nu wakker, 'k laat u vrij; Oberon verlangt naar mij. HELENA. Toef, toef, Demetrius, dood mij veeleer. DEMETRIUS. Ga, zeg ik u, en kwel mij zoo niet meer.

Gij peuzel, gij onuitgegroeide kriel, Gij bruine noot! DEMETRIUS. Gij zijt wat heel beleefd Voor haar, die uwe diensten toch versmaadt. Laat haar met rust; spreek niet van Helena; Neem geen partij voor haar; want zoo ge 't waagt, Dat gij haar 't minste blijk van liefde geeft, Dan boet ge er voor.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek