United States or Indonesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Lieve kind, zelfs in den slaap Vliedt zij de' ongelikten knaap. Op uw oogen, barre beer, Stroom' dit krachtig bloemsap neer; Als ge ontwaakt, de liefde moog' Sluimring weren van uw oog. Wordt nu wakker, 'k laat u vrij; Oberon verlangt naar mij. HELENA. Toef, toef, Demetrius, dood mij veeleer. DEMETRIUS. Ga, zeg ik u, en kwel mij zoo niet meer.

Overal elders, waar die invloed zich niet heeft doen gevoelen, komt de oorspronkelijke ruwheid aan den dag, die bij de eerste aanraking uwe sympathie voor den ongelikten, onvriendelijken, brutalen en ontevreden werkman op eene harde proef stelt. Wanorde en zorgeloosheid kweeken en bevorderen de armoede, die weder op haar beurt eene gansche sleep van ellende en verkeerdheid medebrengt.

"Wees verzekerd, meneer," antwoordde Jack, "dat ook ik niet in gebreke zal blijven aan kapitein Wilson mede te deelen, dat ik u als een onhebbelijken ruziemaker beschouw en hem raad u niet langer aan boord te dulden. Met zulk een ongelikten beer op een zelfde schip te wezen, is niet om uit te houden."

Dáar stal hij den wampumgordel Van den nek van Mishe-Mokwa, D' ongelikten beer der bergen, Uren ver den schrik der volken, Als hij met zijn volle zwaarte Slapend neêrlag op den bergtop, Als een rots met mosch bewassen, Rosschig bruin en grijsgespikkeld.

Van boven viel de witte glans van vele electrische lampen over hen heen dit ter wille van de film-opnemers; en terwijl zij naar de twee mannen keek, die zulk een scherp contrast vormden, voelde zij Glendon den beschaafden man en Powers den ongelikten beer.

Overal elders, waar die invloed zich niet heeft doen gevoelen, komt de oorspronkelijke ruwheid aan den dag, die bij de eerste aanraking uwe sympathie voor den ongelikten, onvriendelijken, brutalen en ontevreden werkman op eene harde proef stelt. Wanorde en zorgeloosheid kweeken en bevorderen de armoede, die weder op haar beurt eene gansche sleep van ellende en verkeerdheid medebrengt.

En zou hij 't nu tegen zoo'n Boer moeten afleggen, tegen zoo'n ongelikten beer? »Mijnheer Jansen," zeide hij met waardigheid, »maak u niet driftig. Laten wij als verstandige menschen met elkaar praten. Ik bied u driehonderd vijftig souvereins, zegge drie honderd vijftig, al is het schandelijk veel. Denkt ge, dat er misschien een goud- of koperader door Elandsvallei loopt?