United States or Tokelau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarop antwoordde hij zuchtend: "Waar ik bang voor ben, is dat moeder een hevig standje zal geven, als ze 't hoort!" "Geloof je dat?" vroeg de kleine verwonderd. "Je moet haar zeggen dat ze mij al veel geslagen hebben, ik zal haar mijn striemen laten zien en mijn kapotte zak: ik heb maar een cuarto gehad, die ze me voor mijn paschen gegeven hadden en de pastoor heeft me die gisteren afgenomen.

Hij verschijnt aan 't venster, een kind merkt hem op, een luide juichkreet wordt gehoord, het regent suikergoed en ander gebak in zijn nabijheid ach, had hij maar wangzakken; maar er valt ook menige sou, menige cuarto, menige soldo voor zijn beneden wachtenden meester: de Aap heeft het hart van 't kind geopend en het kindermondje den geldbuidel van de ouders losgeknoopt.

Honderd zestig maal een cuarto. Och hemeltje! En hoeveel is honderd zestig?" "Twee en dertig handen," antwoordde de oudste. Crispin zat een oogenblik naar zijn handjes te staren. "Twee en dertig handen!" herhaalde hij, "zes handen en twee vingers, en iedere vinger twee-en-dertig handen... en dan iedere vinger een cuarto... Och lieve tijd, wat 'n cuarto's!

Basilio heeft me geen enkele 'cuarto' thuis gebracht, kijkt u maar mijn heele huis na, en als u een 'reaal' zelfs vindt, mag u met ons doen wat u wilt. Wij arme menschen zijn niet allemaal dieven!" "Dan," hervatte de soldaat langzaam en keek daarbij Sisa scherp in de oogen, "ga je met ons mee.

Ik had nog nooit zoo'n mooie cuarto gezien. Moeder zal 't niet willen gelooven, ze zal 't niet gelooven!" "Als de pastoor het zegt..." Crispin begon te schreien, en stamelde onder het snikken door: "Ga jij dan alleen weg, ik wil niet weggaan. Zeg aan moeder dat ik ziek ben. Ik wil niet weggaan." "Crispin huil nu maar niet. De oude Tasio heeft gezegd dat we van avond lekker zullen eten."

Anders zou het gejubel niet zoo lang geduurd hebben. 't Is ermee als met de volken: als een klein volk erin slaagt de overwinning te behalen op een groot, wordt die bezongen, en door alle eeuwen heen verteld. "Zie je wel?" zei Bruno spijtig tot zijn broeder. "Als je me hadt willen gelooven, zouden we nu honderd peso's hebben: door jouw schuld zitten we zonder een cuarto."

En hij wreef met den achterkant van zijn hand over de oogen. "Maar de pastoor," ging de ongelukkige voort, "meneer de pastoor wil wat anders." "Betaalt de pastoor het feest of doen wij 't? Heeft hij een enkele 'cuarto' bijgedragen!" riep een heldere stem. Allen keken naar de plaats waar deze vragen vandaan klonken: daar stond de "wijsgeer" Tasio.