Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


Was hij nog in leven, dan zou er zeker wel gelegenheid bestaan om hem te spreken, en van hem te vernemen, of de tante van Cilie ook behoorde onder zijne bloedverwanten, en was dit laatste het geval, dan had men den draad in handen, om in dit labyrinth den weg te vinden.

Zij was gehuld in een blinkend wit gewaad, en had de trekken en houding van Cilie, en terwijl zij grooter en blinkender wierd, wees zij hem met de hand naar een donkeren hoek, aan den voet van een hoogen boom, waar iets lag, verborgen door hooge struiken. Wat dit was, wist hij maar al te wel, en met afgrijzen keerde hij zich af.

Want het was zoo donker geworden, dat er geen denken aan was, een pad te zoeken door het drassig geworden terrein. Maar hoor! nogmaals het geroep van daareven! Het klonk nu echter dichter bij, en 't werd Allard dra duidelijk, dat het niet was van iemand die hulp zocht, maar van een die hulp zocht te verleenen. Mogelijk was het wel de ~Stroeve~, die Cilie missende haar kwam zoeken.

Wat Allard betreft, hij stoorde zich aan spot noch blaam. De treffende gebeurtenis van den vorigen dag, had Cilie dierbaarder dan ooit gemaakt aan zijn hart, en hoe ook ~zij~ zich aan hem verbonden gevoelde, de woorden, op de burrie hem toegefluisterd, bewezen het maar al te zeer. Al wat naar weifeling geleek, was thans ook bij hem geweken.

Neen! het was besloten! Hij wilde zoo schielijk mogelijk naar den Haag wederkeeren, en er beproeven of hij de vooroordeelen zijner ouders zou kunnen overwinnen. En eenig uitzicht daarop bleef er. Voorondersteld eens dat Cilie een spruit was van even goede familie als de zijne, zou dat niet al zeer veel gewonnen wezen? Hare herinneringen pleiten levendig voor deze opvatting.

»Hebt ge mij den ~waren~ naam medegedeeld van de ouders van Cilie?" »Haar vader noemde zich Hanno," sprak de ~Stroeve~ met een grijnzenden lach, »en zoo gij meent, dat hij dit ten onrechte deed, moogt gij het onderzoeken." »En hoe heette de plantage, waar Cilie geboren wierd?" »Tranquilité." »Jansen!" sprak Allard, »gij tracht mij te misleiden.

Gelijk hij aan Allard gezegd had, was hij aanvankelijk van plan geweest, om Cilie, wanneer zij tot zekeren leeftijd zou zijn gekomen, op een of andere school te doen, en haar bij hare meerderjarigheid, of wanneer zij kwam te trouwen, een deel althans van haar eigendom terug te geven.

Ontving nu Allard geen antwoord op zijne brieven, 't zou hem wellicht eene welkome gelegenheid wezen, om zich langzaam van zijne aangegane verbindtenis los te maken, en tot zijne vroegere geliefde te doen terugkeeren, en wat Cilie betreft, hij twijfelde niet, of zij zou eindigen met geloof te slaan, aan de haar reeds zoo lang gegeven verzekeringen, en aannemen, dat, zoo zij al niet door den voornamen jongeling was misleid, de invloed zijner familie, en de macht der vooroordeelen, sterk genoeg waren geweest, om hem voor goed van haar te doen afzien.

»Neem een of wat!" sprak zij, en bood het mandje Allard aan. »Gaarne." Allard at, en stak van tijd tot tijd Cilie een bes in den mond. Blijkbaar vond zij dit aardig, en het duurde nu ook maar zeer kort, of het meisje had al haar wantrouwen afgelegd, en zat rustig nevens haar bezoeker in de heide.

Gewis dacht »mijnheer Allard" er anders over en terwijl hij haar sprak over God, den Schepper van hemel en aarde, en Zijn eenig geboren Zoon Jezus Christus, den Heiland der Wereld, en zich daarbij het hoofd ontblootte, zonk Cilie op hare knieën voor hem neer, vouwde de handen, en luisterde met ingespannen aandacht en half geopenden mond naar hem, terwijl zij van tijd tot tijd lispte: »Ah que c'est sublime"!

Woord Van De Dag

dag-klaarte

Anderen Op Zoek