Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


De mannen van den Cid hadden niet veel tijd noodig om zich te wapenen; maar de verraderlijke Infantes van Carrión hadden een groote menigte vazallen medegebracht, in de hoop, dat zij in den nacht de kampioenen van den Cid zouden kunnen overvallen, wanneer dezen niet op hunne hoede waren. Maar Antolinez en zijne metgezellen waren op verraad bedacht, en verijdelden het plan.

In Higeruela schaarden zich nog meer dappere strijders onder de banieren van den Cid, grensbewoners, voor wie een rooftocht een feest was, en het breken van speren de schoonste muziek.

Alfonso was zeer verheugd. »Ik zal dit geschenk van den Cid gaarne aannemenzeide hij, »en moge de dag van onze verzoening spoedig aanbrekenToen de Infantes van Carrión zagen, dat de roem van den Cid dagelijks toenam, werden zij versterkt in hun besluit, den Koning om de hand van de dochters van den Campeador te vragen.

Terwijl de ridderromantiek zich over de andere landen van Europa uitbreidde en nog in de 15de eeuw nieuwe zelfstandige loten schoot, in de Scandinaviese ridderballaden, in Spaanse romances van de Cid, in de Engelse Arturroman van Malory, allerlei spruiten van de ridderromantiek die wij hier niet verder kunnen vervolgen, waren hun sappen uitgedroogd in de landen zelf waar zij thuis hoort, de leidende landen wat de kultuur der middeleeuwen betreft: Frankrijk en Duitsland.

Maar de vijand omsingelde hem, en het zou slecht zijn afgeloopen met den vechtenden Bisschop, als niet de Cid, die met de oprechte bewondering die den strijder gevoelt voor de daden van een ander moedig man, diens dapperheid had gadegeslagen, zijn eigen strijd had gestaakt, Babieca de sporen had gegeven, en zich in het heetst van het gevecht had gestort.

De gedachte en de vorm zijn typisch Spaansch; ook vertoont de taal geen Franschen invloed, behalve, zooals reeds gezegd is, in de afgezaagde uitdrukkingen, die de clichés zijn van het middeleeuwsche heldengedicht. Er is slechts één manuscript bekend van de Poema del Cid, het handschrift van een zekeren Per of Pedro den Abt.

Hun Koning Yussef verzamelde een machtig leger van vijftigduizend man, waarmee hij over zee voer, om tegen Valencia op te trekken, in de hoop, deze stad voor de Mooren te heroveren. Toen de Cid dit hoorde, riep hij dit: »Ik dank God en de Heilige Maagd, dat ik mijn vrouw en dochters hier heb. Nu kunnen zij zien, hoe wij de Mooren bestrijden, en ons brood verdienen in het vreemde land

Dan grijpt de onverschrokken Cid het zwaard met vaste hand, Hij zwaait het met een forschen greep..., de emir ligt in 't zand. »Bestijg zijn vurig strijdros nu, stijg op, nog dreigt gevaar, De phalanx van den vijand staat nog ongebroken daarFannez werpt in het zadel zich, en zaait verderf en dood, Waarheen zijn ros hem draagt, daar kleurt het bloed de aarde rood.

De Cid wist niets van de komst van deze troepen, en toen zijne schildwachten op zekeren morgen op de muren van Alcocer heen en weer liepen, waren zij verbaasd de geheele omgeving overstroomd te zien door Moorsche soldaten, die op hunne vlugge paardjes heen en weer draafden en hunne kromme zwaarden dreigend zwaaiden.

Toen verrees de Cid van zijn zetel en er was geen edeler figuur onder al deze hooge ridders aan het Hof. »Mijn Heer en Koning«, zeide hij, »niet alleen mij hebben de Infantes van Carrión beleedigd, maar ook u, die hun mijne dochters ten huwelijk hebt gegeven. Laat hen, nu zij mijn schoonzoons niet langer zijn, mij eerst mijne zwaarden Colado en Tizon teruggeven

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek