Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Ange en Léonie draaiden ook nog al om hem rond, als zochten ze krijgertje met hem te spelen, en als hij ze nageloopen had, zouden ze zeker in zijn arm gevallen zijn, met haar halfdichte oogjes en haar mooie poppenfiguurtjes. Alleen Cateau, die gaf zich airs, de kleine meid!
Na het ontbijt stormden zij er dan ook naar toe; Paul en Etienne zouden roeien; Jan beweerde goed te zullen sturen en Frédérique, Marie en Cateau waren de "schoone en zoete last" zooals Etienne beweerde. Zouden Georges en Lili zoo maar vertrouwd zijn, met hun beidjes? vroeg Paul, terwijl hij met zijn roeispaan de boot van den oever afstiet. Kom, Etienne, gelijk op.... Waar zijn ze?
Die Cateau! Domme meid! riep Freddy lachend. Ik wist het heusch niet! betuigde Cateau; die akelige jongen! Kom Toos, dat meen je niet; je zou het niet geweten hebben! plaagde Paul. Cateau was vooral wanhopig, dat Paul haar niet geloofde....
Ja, ze is moê! antwoordde zij kort, zonder hem aan te zien. Hij merkte haar koelheid op en zij deed hem pijn; het scheen wel, of ze hem allemaal brusqueerden, eerst Cateau, nu Freddy. Zeg, Freddy, sprak hij gedwongen vroolijk. Ik kan niet zeggen, dat je prettig bent, om meê bruiloft te vieren. Waarom? vroeg zij koel. Ik heb vandaag nog geen lief woord van je gehad. Je hebt toch niets tegen me?
Zij was nu als verliefd op Tina, die fijntjes als een klein nufje, door Eline's bevalligheid en vriendelijkheid werd aangetrokken, zooals Cateau Van der Stoor er vroeger door aangetrokken was en Eline zat dan ook steeds aan tafel tusschen Otto en Tina.
Maar Etienne, je kan er niets van, laat je roeispaan toch niet zoo neêrploffen. Een regen van druppels was over hen heen gezonken... Je maakt me kletsnat! sprak Frédérique verontwaardigd. Ach kom, denk je, dat ik niet roeien kan? Cateau en Jan lachten Etienne uit en hij maakte zooveel dwaasheid, dat Toosje aan Paul durfde vragen of zij eens roeien mocht.
Terwijl, als je Paul en Etienne en de meisjes ziet, dat is altijd een gelach en een vroolijkheid.... heusch om er jaloersch van te worden. Die Toos is ook een lief kind. Men hoorde de artisten van de estrade springen. Losch was klaar. Paul en Etienne kwamen met Freddy, Marie en Cateau in kostuum de serre binnen, terwijl Lili naar bed ging, afgewonden door de drukte der twee laatste dagen.
In de Lanciers, waarin Paul naast bruidje gestaan had met Frédérique, Marie, Cateau, Georges, Etienne en Jan, die zich reeds piqueerde keurig te dansen, had Paul, telkens dat zijne hand Cateau's vingers aanraakte, ze met een drukje geknepen. Hij plaagde haar den geheelen avond door met zijne spottende blikken en Cateau zag hem nu minachtend terug aan.
Dag juffrouw Vere, sprak Cateau en reikte Eline haar hand. Eline gevoelde plotseling een onbeschrijflijke, onberedeneerde sympathie voor dat kind, zoo eenvoudig en onbewust-innemend, en ze moest haar aandoening, terwijl ze opstond om heen te gaan, verbergen door Cateau met een brusk gebaar, al spelende, te omhelzen. Dag schat! zeide ze dwepend.
Maar Frédérique schertste met de Eekhofjes. U zingt veel met meneer Van Raat? Heeft hij een mooie stem? vroeg Cateau. Een beetje zwak maar heel lief.... Hé, ik zou u zoo gaarne eens beiden willen hooren! Nu, dat kan wel gebeuren, bij gelegenheid.... U heeft zoo een prachtige stem; o, ik vind het een genot, als u zingt, ik vind het iets goddelijks....
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek