Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


Hoe zou uw vaderhart bloeden en schrikken, indien gij wist, dat ik hier verwenscht zit in den kuil van den zevenhoofdigen draak, bewaakt, geplaagd, gemarteld door den wreeden reus Carabos, en voor eenigen troost niets hebbende dan den trouwen dienst van onzen goeden dwerg Topaas!... Zal er dan nimmer een einde komen aan mijn akelig lot?

Wie het wanhopig hulpgeroep hem toestuurt, is de prinses Ermelinde.... Carabos, Carabos wil haar dooden! Inderdaad, de reus heeft zijne keten gebroken; de verschrikte prinses, door haren vijand bedreigd, is voor hem gevlucht. Daar zit zij nu, in haar lang nachtkleed van hemelsblauw katoen gewikkeld, tegen den wand der keuken ineengekropen, en akelig kermend om bijstand en om redding.

Op zekeren dag, dat Carabos bijzonder rustig was, had Beth, de moeder der krankzinnigen, hem voorgesteld den reus in de zottenkamer te komen bezoeken.

Gij weet niet wat ge doet. Carabos zal de prinses niet hinderen: hij ziet ze zelfs niet; de arme man is geheel nachtblind!" Zij, die deze woorden spreekt, is Beth, der zotten moeder.

"De bewaakster en verpleegster der zotten, inderdaad, mijnheer," antwoordde zij. "En blijft gij zoo geheele dagen alleen met hen?" "Het is mijn plicht, mijnheer." "Een treurige plicht." "Wanneer men hem volbrengt met liefde...." "En gij zijt niet vervaard, juffrouw?" "Vervaard? Ik? Al onze zotten zijn zachte, stille lieden." "Uwe moeder sprak ons nogtans van eenen reus Carabos."

Ik had ze niet weggekregen: zij moesten onze nieuwe soldaten zien, maar onze Beth is de moeder der zotten; op den klank harer stem of op eenen wenk van haren vinger, gehoorzamen zij goedwillig, ja, zelfs de reus Carabos, zooals de prinses Ermelinde hem noemt, die anders, nacht en dag, zou moeten geboeid liggen.... maar, dank zij onze Beth, nu kan de arme man van tijd tot tijd in de zottenkamers wat rondwandelen en zijne leden uitrekken."

Zij wascht en reinigt ze, zij laat hun niets ontbreken, zij vervroolijkt ze met spel en zang, en, waar zij kan, troost ze de arme schapen alsof het hare eigene kinderen waren. Hare goedheid en haar engelachtig geduld hebben zelfs in den reus Carabos, die anders van den mensch niets heeft dan eene verre gelijkenis, een gevoel van dankbaarheid opgewekt.

"Ja, Carabos, zooals onze prinses hem gedoopt beeft. Die ligt aan ketens geboeid, zoolang ik afwezig ben." "Ha, dit is altijd eene verzekering; maar indien hij bij ongeluk zijne keten verbrak?" Beth glimlachte, en zich een weinig ter zijde over den vloer buigende, wees zij met den uitgestrekten vinger ten gronde.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek