United States or Monaco ? Vote for the TOP Country of the Week !


De steile rots, op welks top dit gebeurd was, aan den zuidhoek van het Capitool, kreeg en behield den naam saxum Tarpeium. Van deze rots werden soms ter dood veroordeelde staatsmisdadigers afgeworpen. Tarpeius Montanus Capitolinus, consul in 454; zie lex Aternia Tarpeia. Tarpeius, bijnaam van Jupiter Capitolinus, naar de Tarpejische rots nabij zijn tempel.

Dan was er al die andere hekserij en duivelskunsten, waar de klerken der oudheid van wisten te vertellen. Waternymfen zoals die ook in Bretagne voorkwamen; zeemeerminnen en sirenen die »een lied zingen dat musica heet, en dat de schippers in 't verderf stort"; de kleine duivel Spin (d. w. z. Sfinks) die alle mensen in de afgrond wierp, welke zijn raadsels niet konden oplossen; de tovenaar Virgilius die even ervaren was in de zwarte kunst als Merlijn bij de Britten, en allerlei snuggere mechanismen op 't Capitool te Rome aanbracht ter bescherming van het Romeinse rijk. Toverij moet er ook geschuild hebben, dacht de trouvère, in die geschiedenis van een vorst die een witte koe bezat die zulke heerlike melk gaf en die hij door een man met honderd ogen liet bewaken, of in het verhaal van de koningsdochter Ariadne, wier vrijers allemaal naar een grote tuin gebracht werden, die zodanig ingericht was dat niemand er weer uit wist te komen, terwijl er nog een lelik beest van een leeuw ook in huis hield. Maar 't alleraardigste in al die klassieke feeënverhalen was dat van koning Orpheus wiens koningin Heurodis naar 't onderaardse feeënrijk van Pluto weggevoerd was. Wanhopend trekt Orpheus weg en leeft als een wildeman alleen in 't bos: alleen zijn harp heeft hij meegenomen en alle wilde dieren komen naar hem luisteren als hij daar op speelt. Dikwels ziet hij daar in de stilte van het bos de Alfenkoning op jacht met zijn gehele gevolg en onder de vrolike dames daaronder ontdekt hij op een zekere dag zijn geroofde vrouw. In zijn speelmanskleedij gaat hij met de stoet mede door een opening in de berg naar het prachtige slot van de Alfenkoning en d

Een driedubbele tempel was die van Jupiter, Juno en Minerva op het Capitool, waarvan hiervóór de plattegrond is weergegeven volgens het vermoeden van den italiaanschen bouwkundige L. Canina. Het voetstuk vormt een zuiver kwadraat, langs drie zijden zijn trappen. De aan drie zijden open voorhal gaf toegang tot de drie cellae, waarvan de middelste voor Jupiter was bestemd. Tempsa = Temesa no. 2.

Naast den wagen gingen zijne bloedverwanten en achter den wagen de staf- en hoofdofficieren, terwijl de troepen den trein sloten. Tot de bijzonderheden behoort nog, dat op den zegewagen ook een slaaf stond, die den triumphator gedurig toesprak: Bedenk dat gij een mensch zijt. De stoet trok de stad door en langs de sacra via den weg op naar het Capitool.

Appius Herdonius, een Sabijn, overrompelde in 460 met behulp van eene schaar cliënten en vluchtelingen het Capitool, doch moest weder zwichten en boette zijn aanslag met den dood. Hereditas, heredes. Om volgens het strenge rom. recht eene erfenis te kunnen aanvaarden, moest men het commercium hebben. Bij dit erfrecht komen een aantal uitdrukkingen voor, die hier eene korte verklaring mogen vinden.

Voor de foedera was er een archief op het Capitool, voor alles wat het geldelijk beheer betrof, was het archief, met het aerarium vereenigd, in een achtergebouw van den Saturnustempel. Het archief der volkstribunen was evenzoo in den tempel van Ceres, hier werden de plebiscita en senatusconsulta bewaard. Het keizerlijk archief heet tabularium Caesaris.

In den muur van den Jupitertempel op het Capitool te Rome werd elk jaar een gouden spijker geslagen volgens overoud gebruik uit den tijd, dat het schrift nog niet algemeen bekend was. Dit geschiedde door een der consuls, of, wanneer deze afwezig waren, door een dictator clavi figendi causa, en wel op de Iden van Sept.

Een gedeelte van dit volk trok ± 400 de Alpen over naar Italië en stichtte daar aan de Adriatische zee de stad Sena, gewoonlijk Gallica bijgenaamd. Het waren deze Galliërs, die in 390 de Romeinen aan den Allia versloegen en het Capitool belegerden. In 283 werden zij door den consul P. Cornelius Dolabella Maximus verslagen en zoo goed als vernietigd. Z. Ager Gallicus.

De aanvaarding van hun ambt moest met bepaalde plechtigheden geschieden: auspiciën, een offer op het Capitool, eene plechtige senaatszitting, viering der feriae Latinae. Wie deze formaliteiten verzuimde, zooals in 217 Flaminius, werd door velen gerekend eigenlijk geen consul te zijn.

Behalve dat, hoewel gij mij hier ziet als een nederig leerling, ben ik niet geboren uit de heffe van het Romeinsche volk; mijn huizen en de openbare plaatsen van Rome zijn vol antieke beelden van mijn voorvaderen en men zou de romeinsche annalen op het romeinsche Capitool vol vinden van veel triumfen behaald door de Quintiië.