Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


Gedenkwaardige gesantschappen der Oost-Indische Maatschappy in 't Vereenigde Nederland, aan de Kaisaren van Japan. Door ARNOLDUS MONTANUS. t' Amsterdam By JACOB MEURS 1669. In dit werk, in folio, in twee kolommen gedrukt, wordt op p. 429-436 een kort verhaal gegeven, aan het journaal van Hamel ontleend, beginnende met de schipbreuk, en eindigende met de aankomst der geredde mannen op "Disma".

Tarpeius Montanus Capitolinus, dat het aan alle magistraten zou vrijstaan, boeten tot een zeker bedrag in vee op te leggen, terwijl hoogere boeten alleen door de comitia tributa konden worden opgelegd. De multa suprema was 2 schapen en 30 ossen. Aternus, riviertje, dat bij Aternum in zee valt. Atesis = Athesis. Thans Este.

III. Uitg.-van Velsen = II. IV. Montanus, Gesantschappen, bl. 430: "Ondertusschen nam de stuurman hoogte: en bevond Quelpaerds eiland te zijn, alwaer 't schip verlooren. Dit leid op drie en dartig graeden en twee en dartig minderlingen".

De steile rots, op welks top dit gebeurd was, aan den zuidhoek van het Capitool, kreeg en behield den naam saxum Tarpeium. Van deze rots werden soms ter dood veroordeelde staatsmisdadigers afgeworpen. Tarpeius Montanus Capitolinus, consul in 454; zie lex Aternia Tarpeia. Tarpeius, bijnaam van Jupiter Capitolinus, naar de Tarpejische rots nabij zijn tempel.

Hamel had gelijk wij aannemen ons handschrift aan het Opperhoofd te Nagasaki afgegeven, daardoor was hij niet in de gelegenheid daarin den datum van aankomst te Batavia in te vullen en over de ontvangst aldaar iets te zeggen. Zie verder bl. Vgl. de Haan, Priangan II, bl. 38 . Zie Bijlage I o. Zie de Bibliographie. A. Montanus, Gedenkwaerdige Gesantschappen enz. Bl. 429-436.

Van den wetenschappelijken zin van vaderlandsche geleerden die in dien tijd over oostersche landen schreven, krijgt men echter geen hoogen dunk als men heeft kennis gemaakt met de werken van Montanus en Witsen en in de gelegenheid is geweest de toen in zwang zijnde naschrijverij op te merken.

De eerste schrijver die daaruit heeft geput was Montanus, van wiens hand in 1669 een foliant verscheen over de gezantschappen der Compagnie "aen de Kaisaren van Japan" . In het laatste gedeelte van zijn werk, heeft hij de gelegenheid waargenomen om aan het vergaan van "de Sperwer" en de lotgevallen van de schipbreukelingen eenige bladzijden te wijden ; waar hij zijne berichten vandaan heeft, verzwijgt hij evenwel en al noemt hij Hamel dat deze een Journaal heeft opgesteld, heeft Montanus niet noodig gevonden te vermelden, hoewel blijkbaar dit Journaal, in den een of anderen vorm, door hem is gebruikt.

Daarop volgen de drie drukken van Saagman, die geen jaartal dragen, en waarin de landbeschrijving deel uitmaakt van het reisverhaal. Na deze zes uitgaven volgt het korte overzicht van de reis in het werk van Montanus, in 1669 verschenen, en de Fransche en Duitsche uitgaven van 1670 en 1672, en ten slotte de 18e-eeuwsche verzamelwerken, waarin het reisverhaal is opgenomen. 8 bladen, sign.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek