United States or Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


De laaghartigste koopman, die op een cent dood blijft, zou een ouden kantoorklerk niet zoo behandelen als Christenen soms een armen en versleten dominee bejegenen. Zij hebben zijn jeugd en zijn mannelijke krachten verbruikt en al zijn geestdrift en zijn vuur; zij hebben den bloesem van zijn geest en den oogst zijner ziel genoten.

Hij, Jan Verhelst, die eerder zou sterven dan iemand wetens en willens voor eenen cent onrecht te doen, hij zou nu door gendarmes door zijne geboortestad geleid worden als een dief, als een struikroover, als een moordenaar! Hij boog het hoofd en sloot de oogen, zoohaast hij de volkrijke straat van het voorgeborchte had bereikt. Zoo meende hij zich voor de schande te verbergen.

En hoe vaak had Jörgen niet met bewondering de taaie zekerheid gezien, waarmeê de kleine jongen de tabaksrol nam, die uitmeette volgens de streepjes op de toonbank en tabak afsneed voor twee cent, zoo precies op 't streepje, dat als 't er niet binnen was, dan in elk geval er toch niet buiten.

Wees er zeker van, dat het hem spoedig verboden zal worden, daar zal ik wel voor zorgen. Morgen begin ik een proces tegen hem." "Maar de kosten?" vroeg Howe. "Die betaal ik!" sprak de menschenvriend. "Heb daarover geen zorgen. Als ik het proces verlies, behoeft ge mij geen cent te betalen, en als ik het win, word ik uw compagnon en zullen wij samen eene fabriek van naaimachines oprichten.

Dat hieruit de ergerlijkste misbruiken voortvloeien, spreekt van zelf; maar wie de kudde kent, zal den herder niet al te streng veroordeelen. Indien de bisschop geen waarborg vorderde, alvorens tot de benoeming van pastoors over te gaan, zou hij waarschijnlijk later geen cent ontvangen.

"Ja, kan ik u een pleizier doen met mijn naam dan met alle genoegen. Iedereen weet wel, dat ik geen cent bezit!" "'t Is ook alleen maar voor den vorm," zei de professor snel, en nam het papier aan. "Mijn naam is 't voornaamste." "Ja, uw naam is als de koeien van Farao; die verslindt den mijnen en wordt er geen greintje vetter door."

Ik heb hem pas ontmoet. Een kleinzoon van Kelso, herhaalde de oude heer. Een kleinzoon van Kelso!... Natuurlijk ... Ik heb zijn moeder heel goed gekend. Ik geloof, dat ik bij haar doop was. Zij was een pracht van een meid, Margaret Devereux, en zij heeft alle mannen dol gemaakt door weg te loopen met een jongen zonder een cent, meneer, een onderofficier bij de infanterie of zoo iemand.

Niets anders dan armoede en ellende. In vijf weken hebben we nu al geen cent ontvangen, en als er geen hulp komt, weet ik niet, waar het belanden moet. O, Dik, 't is verschrikkelijk!" "Ja, zeg dat wel. 't Is verschrikkelijk! Maar waarom vraag je niet eens hier of daar hulp! Er wonen toch menschen genoeg in het dorp, die wel wat missen kunnen.

Bumble in. »Als ik u zeg, dat er een man hier is, die, ter wille van zijn vrouw en groot gezin een kwart-ponds-broodje en een heel pond kaas krijgt. Is hij dankbaar, juffrouw? Is hij dankbaar? Voor geen cent! Hij durft om een beetje steenkolen te vragen, al is 't maar zooveel als je in je zakdoek kan knoopen, zegt hij. Steenkolen! Wat zou hij met steenkolen uitvoeren?

Zondag was toch maar 'n dag om te zoenen. As je elken dag van 's morgens negen tot 's avonds tien zat te pikken, was 't goddelijk as je Zondagmiddag tot acht uur uit mocht. De juffrouw was wel goed en vijftig cent zakgeld in de week met vrijen kost was goed betaald, maar je was toch blij as je in de lucht kwam. Nou had ze drie gulden gespaard.