Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
Amadijs' hand lag niet op zijn eigen zwaard, dat ter andere zijde hem lag, maar over Gaweins eigen zwaard. Den volgenden dag zochten allen in den burcht naar het Zwevende Scaec, dat, als Gawein en Amadijs verklaarden, boven den breeden burcht zich had laten zinken naar omlaag.
Nutteloos waren de smeekbeden en tranen van de liefhebbende jonkvrouw, nutteloos de smart zijns vaders, die hem smeekte, hem niet te verlaten. Wanhopig was de grijsaard over het onwrikbare besluit van zijn zoons. "Wie blijft op den burcht mijner voorouders, als gij hem verlaat om daar nooit terug te keeren?" riep hij smartelijk uit.
Meer dan twee jaren werd er gestreden, aan den eenen kant met den moed der vertwijfeling, aan den anderen met grenzenlooze verbittering. Ieder huis moest veroverd worden; voet voor voet verdedigden de Karthagers den dierbaren grond, tot eindelijk met de sterke burcht hun laatste toevluchtsoord was gevallen. De koningin der Middellandsche zee ging in vlammen op.
"Kom naderbij, Heer!" smeekte Peer, die niet hard durfde spreken. "Dank je!" klonk het kortaf. "Ik heb geen lust om je tot mikpunt te dienen. Ik blijf hier. Spreek op, wie zijt ge, en wat hebt ge te zeggen?" "Ik ben Peer, uw dienaar, Edele Heer," zeide de schurk bevend. "Ik ben bereid, den burcht aan u over te leveren." Vianens oogen tintelden van vreugde, toen hij die woorden hoorde.
Er was echter te Athene aan openbare gebouwen meer schoons te zien, dan in eenige andere stad van Griekenland. De stad zelve was in onregelmatig ronden vorm gebouwd. In het midden lag de akropolis, de oude burcht, oudtijds Kranae, de ruwe rots, later Kekropia, vervolgens eenvoudig acropolis geheeten.
Toen Siegfried en Goenther en Hagen dan bij den berg aangekomen waren, waarop Brunhilde was, zagen zij een burcht met een gouden dak, en vuur brandde er rondom, en boven op den burcht stond een standaard. Goenther reed op het paard, dat Goti heette, en Hagen reed op Holkvir. Goenther gaf zijn paard de sporen, en dreef het tegen het vuur in. Maar het paard week schichtig terug.
Hier kan ik wel gemist worden, en wie weet, hoe mijn plan mij misschien gelukken mocht. Laat mij gaan, Edele Vrouwe .... " "'t Is te laat, dappere Fulco," zeide Bertha zacht. "De vijand omringt den burcht met eene groote macht en niemand kan ongemerkt door hem heenbreken.
Hij had eene zuster, die weduwe was, met een kind, een zoontje dat zij in liefde en deugd trachtte groot te brengen. Met haar rijken broeder kwam zij zelden of nooit in aanraking; zij wist, dat hij zich schaamde over zijne zuster, die armoedig was gekleed en dicht bij den Burcht een schamel zolderkamertje bewoonde, waar armoede en ziekte haar heel onverwacht kwamen bezoeken.
"Kijk, zóó moet je doen. In alle stilte ga je naar den stal en je zadelt daar het beste paard, dat je vinden kunt. Dan wacht je zoo lang, tot het kleine kereltje op de plaats komt. Je grijpt het, springt te paard, en we brengen het samen op IJselstein. Daar, op den burcht, ben je veilig. Ik verzeker je, dat de Edelvrouwe je daar zoo rijk beloonen zal, dat je voor je leven lang genoeg hebt.
"Dat is een dwaas plan, Fulco, omdat het eenvoudig onmogelijk is. Nu had ik je wijzer gedacht. Het zou vrij wat verstandiger van je geweest zijn, als je op den burcht gebleven waart." "Acht u het zoo dwaas, Edele Heer?" vroeg Fulco, wel een weinig ontmoedigd door de woorden van Heer Otto. "'t Is een onmogelijk plan, Fulco, hetwelk ik u raad, zoo spoedig mogelijk uit uwe gedachten te zetten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek