Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
Maar gy kent de liefde niet.... Ik zal des niet langer non sense schryven. Groet de uitmuntende Vrouw, en geloof, dat ik met de grootste achting en hartroerentste genegenheid ben DRIE EN NEGENTIGSTE BRIEF. Jacob Brunier komt door H. Edeling op den goeden weg en bericht dat aan zijn zuster Aletta.
Willis en Brunier zullen van daag den kleinen Jongen in het naaste vertrek zien, en Grootvader trakteert al wat in zyn dienst leven ontvangen heeft. Tot de Kruijers en Pakhuisknegts toe, krygen Rynschen Wyn met Kaneel-Koekjes, en yder is mantje, jongetje; elk maakt het bestig. Hemel, hoe is die man verandert! De Brief moet weg: Ik moet ook nog aan myn Letje schryven.
Brunier maakte zich meester van de theeketel, en zy zelf schonk thee. De jongen wagtte, mag ik zeggen, op hare oogen, maar 't kwam my voor, dat zy in zich zelf zeide: "Ei kom, om thee te schenken is hy echter nog al vry gebruikbaar." Ja, niet tegenstaande hare minzame trekken, heeft zy iets zo spottig, zo schalkagtig, zo, hoe noem ik het?
Mijn aangebrande soep, mijn belegen grutterswaar, mijn blauwige aardappels zijn op; nu komen de sappige vruchten van het werk zelf! In den nu hier volgenden brief door Sara Burgerhart geschreven aan Aletta Brunier, een schoolvriendin, die zij weer eens toevallig ontmoet heeft en op wier raad zij weldra bij de Wed.
De Heer Brunier is een goed slag van een Jongen, die, zo hy wat minder van het petit-maitres air hadt, nog al passeeren zou." Onderwyl hoorden wy, dat zy recht vrolyk waren, en iets schenen te verzetten: wat het was, weet ik niet. Mevrouw, zeide ik, niets kan my aangenamer zyn, dan te horen, dat zulk een beminlyk jong mensch uwe achting verdient.
Broertje komt ook, hy is zo gemoedelyk in zulke dingetjes. Zo komt het goed uit het kwaad; en nu is myne ziel weêr gebonden aan uwe ziel: niet waar? HONDERD-VIJFTIENDE BRIEF. Smit aan Willem Willis; spoedig zijn ze zwager. Hij heeft Aletta Brunier gezien en gesproken: net een meisje voor Willem! Willem's patroon spreekt heel gunstig over hem. Jan lief!
Wees verzekert, dat ik uw verpligtent bericht voor my onschendbaar zal houden. Zo ik u, waardige Dame, ergens in van dienst zyn kan, beveel! gy zult my verrukken, door my in staat te stellen van u te kunnen tonen, hoezeer ik met de grootste achting ben, Uw welmenende Vriend en gehoorzame Dienaar, ACHT EN VIJFTIGSTE BRIEF. Anna Willis beknort Sara om haar houding tegenover Coos-Jacob Brunier. Foei!
Brunier ging er echter verscheiden maal daags, om te vernemen hoe het was. Zyne Zuster kwam dan by hem in de zydkamer, en berichte hem 't geen hy kwam horen. Doch de beminde van myn hart zag hy niet. Juffrouw Brunier zeide, dat hare Vriendin de kamer der Lyderes niet verliet, en dat zy beide allerbitterst bedroeft waren.
Anna beknort haar over haar oprechtheid. Anna mag wel genever proeven en zij geen gaas koopen? Mooie grap! Anna is zoo op zich zelf verliefd, dat ze geen oog heeft voor andersdenkenden. En ze duldt geen aanmerkingen op Spilgoed. Anna draait! Jacob Brunier mag zijn wie hij wil, maar slecht is hij niet. Bemoei je met je zelf. Groet Moeder, 't beste voor Willem. Vaarwel. Juffrouw Saartje!
Ik twyffel dikwyls, of Tante my deeze laatste weken niet zó geplaagt heeft, om my deezen stap te eerder te doen doen. Het volgende deedt my nog te eerder tot een besluit komen. Ik ontmoette in een Fransche winkel, daar ik een paar handschoenen kogt, eene myner School- vriendinnetjes, zekere Letje de Brunier.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek