Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
"Kan ik u verlossen?" riep Bois-Guilbert. "Neen," hervatte De Bracy; "ik heb mij op genade of ongenade overgegeven, en ik zal woord houden. Red u; er broeit onheil; maak dat de zee tusschen u en Engeland ligt. Meer durf ik niet zeggen!" "Goed," antwoordde de Tempelier; "zoo gij hier wilt blijven, dan bedenk, dat ik aan mijn woord en riddereer getrouw ben gebleven.
"Ik zeg u," hernam De Bracy, "dat ik mij een vrouw wil verschaffen naar de manier van den stam van Benjamin, wat zeggen wil, dat ik in deze zelfde toerusting, de kudde Saksische boeren zal aanvallen, die heden avond het kasteel verlaten hebben, en de schoone Rowena ontvoeren." "Zijt gij waanzinnig, De Bracy?" zei Fitzurse.
"Kerker of graf," zei De Bracy, "ik wil niets met de zaak te maken hebben." "Schurk!" hernam Prins Jan, "gij zoudt ons genomen besluit toch niet willen verraden!" "Nog nooit heb ik zoo iets gedaan," antwoordde De Bracy trotsch, "en de naam van schurk moet niet met den mijne verbonden worden!"
"Ik zeg u," zei De Bracy wrevelig, "dat hij mij het leven geschonken heeft. Het is waar, hij zond mij uit zijne tegenwoordigheid weg en weigerde mijne hulde; in zooverre ben ik hem gehoorzaamheid noch trouw verschuldigd; maar ik wil geen hand aan hem slaan." "Dat behoeft niet; zend Lodewijk Winkelbrand met een twintigtal van uwe lansen."
"De Bois-Guilbert," antwoordde De Bracy, "is een dapper ridder; maar er zijn anderen in dit strijdperk, Heer Prior, die niet vreezen, de kans tegen hem te wagen." "Stil, Heeren," zeide Waldemar, "en laat den Prins zijne plaats innemen. De ridders en toeschouwers zijn even ongeduldig; het is hoog tijd, dat het spel een aanvang neme."
De Bracy maakte eene diepe, sprakelooze buiging, en was op het punt van zich op weg te begeven, toen de schutters eensklaps een geschreeuw, dat hun afschuw en bespotting te kennen gaf, aanhieven.
"Daar hebt gij het, De Bracy," zei Front-de-Boeuf, zeer tevreden over het trotsche antwoord, dat zijn makker ontvangen had; "de Sakser heeft u geraakt." "Dat staat een gevangene vrij," zei De Bracy, met schijnbare onverschilligheid; "want hij, wiens handen gebonden zijn, moet ten minste zijn tong kunnen roeren.
Geef hem eventjes een prik met uw lans, De Bracy," vervolgde hij tot een ridder, die naast hem reed en die aanvoerder was van een hoop Condottieri, dat is, huurlingen, die tot geen bijzondere natie behoorden, maar aan iederen vorst gehecht waren, die hen betalen wilde.
Het was dus omtrent den middag, toen De Bracy, door wien de onderneming eigenlijk beraamd was, verscheen, om zijne plannen op de hand en de goederen van Rowena door te zetten. Den tusschentijd had hij niet geheel en al besteed, om te raadplegen met zijne bondgenooten; maar hij had zich met al de pracht van die tijden opgesmukt. Zijn groen wambuis en masker waren afgelegd.
"Front-de-Boeuf moet zich gereed maken, zijn leengoed aan Ivanhoe terug te geven," zei De Bracy, die, na een eervol deel aan het toernooi te hebben genomen, schild en helm afgelegd, en zich weder onder het gevolg van den Prins gemengd had.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek