Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


"Den dood aan Aloud, den handlanger van Wolfert van Borselen!" klinkt het onder de omstanders, die door zijn vurige woorden medegesleept worden. "Den dood aan den verrader!"

Borselen hernam het, doch zag zich kort daarop genoodzaakt het aan zijn tegenpartij over te geven, en naar Rotterdam te wijken, 't welk hij intusschen bemachtigd had, en waar hij zijn hof vestigde. Ook daar kon hij het niet houden, en trok naar zijn stad Veere, Rotterdam ter bewaring latende aan Joris, Bastaard van Brederode. In Gelderland was het inmiddels even weinig rustig.

Zijn antwoord was daarom kort en krachtig: "Ik wil op staanden voet uw besluit weten!" "Welnu, dan zult ge mijn besluit hooren!" riep Gijsbrecht met donderende stem. "Mijn besluit is, dat ik mij de wetten niet laat stellen door een moordenaar en indringer!" En bliksemsnel zijn zwaard trekkende, verliet hij in allerijl de zaal, gevolgd door Van Borselen en Vianen.

Hij wilde zich door eene list zien te redden. "'t Is eene gewichtige zaak, Heer," zeide hij na eenig weifelen, "geef mij tijd tot morgen, om er rijp over na te denken." Maar zoo gemakkelijk was Van Borselen niet te vangen. Deze begreep zeer goed, dat IJselstein zich dien tijd ten nutte zou maken, om zich in veiligheid te brengen.

Toch was hij niet meer dan een gevangene, want Van Borselen bewaakte hem en al zijne handelingen als met argusoogen: hij liet hem nooit alleen, en zelfs op zijn uitstapjes in den omtrek hield hij hem gezelschap.

De Bisschop van Utrecht heeft de vijandelijkheden opnieuw geopend en is in Holland gevallen." "Wat zegt ge?" vroeg Van Borselen opspringend. "'t Is, zooals ik zeg, Heer. Hij heeft den strijd hernieuwd." "Dan moeten er dadelijk maatregelen genomen worden, om hem in zijn tocht te stuiten, en moet er onmiddellijk eene sterke bezetting gelegd worden in de kasteelen te Ameide en IJselstein."

Weldra werden zij ingehaald en naar den wal teruggebracht. Onder gejuich voerde men den Graaf naar 's-Gravenhage terug, doch Van Borselen werd in het Steenen Huis te Delft gevangen gezet.

Mevrouw Berlage fluisterde tot mevrouw van Borselen achter haar waayer: Wie toch Mathildes naaister is? Juist kwam Frits binnen, een groot blad vol glazen wijn en punch op zijn handen, waar hij, ernstig en zorgzaam, meé rond ging. Mevrouw van Borselen nam een glaasje rooden wijn. Zullen we u nu niet eens genieten, mevrouw, vroeg Jozef hoffelijk.

"De Graaf namelijk wenscht van u te vernemen, hoe uwe houding zal zijn, ingeval de Bisschop het gesloten tractaat ontrouw mocht worden en opnieuw het zwaard tegen Holland trekken mocht." "Die daad zou ik ongetwijfeld afkeuren, Heer van Borselen," antwoordde Gijsbrecht, "en betreuren. De Bisschop zou zeer zeker op mijne hulp ook niet kunnen rekenen."

Liever grijp ik naar de wapenen en ontruk den jongen Graaf aan zijne macht." "Hetgeen u ongetwijfeld zou mislukken, IJselstein," viel de Bisschop in. "Van Borselen heeft een groot deel van den adel op zijne hand, en die is sterk, al geef ik gaarne toe, dat de macht der vrije poorters niet spoedig te hoog geschat wordt. Doch heb maar geduld: heel lang zal Van Borselen niet regeeren.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek