United States or Eswatini ? Vote for the TOP Country of the Week !


Jij bent onze beste actrice, en als jij de planken vaarwel zegt, valt alles in duigen," zei Jo. "We moesten vanavond eens repeteeren. Kom hier, en doe de flauw-val-scène eens, want dat doe je zoo stijf als een lantaarnpaal." "Daar kan ik niets aan doen, ik heb nog nooit iemand zien flauw vallen, en ik heb geen lust mij bont en blauw te maken door zoo maar plat op den grond te rollen, zooals jij.

Helaas! noch de haven van Amsterdam, noch eenige haven ter wereld zal in later tijd het bont en schilderachtig tooneel kunnen aanbieden, dat ons hier verwacht.

Voorts is daar, als aan een buitenweg past, groen in overvloed. Schier bij elk huis behoort een grooter of kleiner tuintje; langs den weg zijn boomen geplant, oude, eerwaardige boomen ook, die hun lommer uitbreiden over de stille woningen, en door wier gebladerte het zonlicht zoo geestig speelt op de bont gekleurde geveltjes. Straks krijgt de straat nog meer het karakter van een buitenweg.

Zij ontdeed zich daarop terstond van haar hoed en bont, en het gaf iets veel vertrouwelijkers haar in deze sobere woning zonder dien tooi te zien. Toen trad zij op Suzette toe, die altijd even stroef het hoofd op de rechterhand deed rusten. De jonkvrouw greep haar bij de linker.

Op die markt kan men zich verbeelden in een groote roomsche stad in den carnevalstijd te wezen, zoo bont en verscheiden zijn de kleederdrachten. Er komen dan ook Albaneezen, Armeniërs, Serviërs, Roemenen, Grieken, en Turken en in grooten getale Joden en Zigeuners.

Een arm opgerekt naar den in evenwicht zwevenden last, met de andere hand een tip van de donkere boven-sarong sierlijk optillend, waaronder een bont onderkleed te voorschijn komt, het tot den gordel naakte bovenlijf omfladderd van een dunne, kleurige slendang, purper, oranjegeel, fel-groen, viool-paars, gaan zij daarheen met wiegende passen, een weinig draaiend.

En toch loopt ze met schoenen van boomschors en een smerig kleed van bont, waarvan de gekleurde rand nauwelijks meer te onderscheiden is door 't eeuwenoude vuil. Ze stopt haar pijp met mos en bedelt ook bij de armste. Maar niemand heeft er pleizier in haar wat te geven; ze bedankt nooit en heeft nooit genoeg. Ze is oud.

Daar loopt de halfnaakte Calabrees met zijne groote, koolzwarte oogen, met zijn antiek profiel en gebronsde huid den in 't bont gedosten Muscoviet met zijn stompen neus en wegschuilende oogjes tegen 't lijf: ginds wandelt de deftige Armeniër, met zijn breeden tulband en gestreepte samaar, nevens den Noor in 't habijt van grof wadmer: daar zien wij den Genuees, in zwarte zijde en fluweel gedost, en achter hem den Bergschot, met zijn kakelbonten mantel: wat verder dringt een grofgebouwde Oostfries in eenvoudige schippersdracht een Franschman voorbij, wiens hoed, wiens armen, wiens broek, wiens schoenen, onder veelkleurige linten begraven zijn.

"Kijk, bij mijns vaders baard, dat zou een groote gekheid wezen!" riep Sancho. "Neen, ik ben er niet op gesteld, dat men mij kop en schonken bont en blauw beukt." "En toch moeten wij op zijn minst een half uurtje lang samen vechten," zei de vreemde schildknaap; "en als ge niet wilt, dan zal ik je zoo lang om de ooren slaan, tot ge wel weerom slaat."

Dat doen we!" roepen ze allen en in een oogenblik ligt De vrouw Neeltje tegen The Seal. Vlug als katten springen de Hollanders met een talhout in de hand en het kaakmes in den mond aan boord van den Engelschman, die, na bont en blauw, geslagen te zijn, in zijn ruim vlucht.