United States or Heard Island and McDonald Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ik vrees u niet, heer ridder," hernam Rebekka, ofschoon hare angstige ademhaling den heldenmoed harer woorden scheen te logenstraffen: "Mijn vertrouwen is groot, en ik vrees u niet." "Gij hebt er ook geene reden toe," antwoordde Bois-Guilbert ernstig; "mijn vorige dolzinnige aanslagen hebt gij nu niet te vreezen.

En hierop gaf zij haar pand, dat overgegeven werd aan den edelen Heer en Ridder Brian De Bois-Guilbert van de Heilige Orde van den Tempel van Sion; deze werd benoemd om dien strijd te voeren voor zijne Orde en zich zelven, als beleedigd en benadeeld zijnde door de tooverijen der aangeklaagde.

Een der bedienden, die in minder dan drie minuten teruggekeerd was, meldde "dat de Prior Aymer van Jorvaulx, en de edele Ridder Brian de Bois-Guilbert, Kommandeur van de krijgshaftige en eerwaardige orde der Tempelieren, met een klein gevolg, gastvrijheid en huisvesting voor den nacht verzochten, daar zij op weg waren naar een tournooi, dat over twee dagen niet ver van Ashby-de-la-Zouche gehouden zou worden.

Edele Bois-Guilbert, uw beroep heeft u wel geleerd, hoe ge aanvallen en verdedigen moet; blijf gij aan den westkant. Ik zelf zal op het bruggenhoofd post vatten. Evenwel bepaalt uwe werkzaamheid niet tot één punt, edele vrienden! wij moeten heden overal zijn, en ons als het ware vermenigvuldigen, om door onze alomtegenwoordigheid hulp en ondersteuning te bieden, daar waar de aanval het heetste is.

"Dat is waar," hervatte Bois-Guilbert; "als er geen kampioen verschijnt, dan ben ik maar een deel van den optocht; ik zit te paard in het strijdperk, maar ik heb geen deel aan hetgeen er op volgen zal." "Geen het minste," zei Malvoisin; "niet meer dan het gewapende beeld van St. George, als het een deel van den optocht uitmaakt!" "Welaan, ik wil weder moed scheppen.

Maar Ivanhoe was reeds op zijn post, en had zijn vizier gesloten en zijn lans opgenomen. Bois-Guilbert deed hetzelfde, en zijn schildknaap bemerkte, toen hij zijn vizier sloot, dat zijn gelaat, dat niettegenstaande de verschillende aandoeningen, door welke hij geschokt werd, den geheelen morgen doodsbleek geweest was, nu eensklaps vuurrood geworden was.

Voor het oogenblik scheiden wij; want men moet ons niet in een vertrouwelijk gesprek aantreffen. Ik moet de zaal voor het gerecht in orde laten brengen." "Hoe!" riep Bois-Guilbert, "zoo spoedig?" "Ja," antwoordde de Preceptor; "het proces gaat schielijk door, als de rechter het vonnis reeds vooraf bepaald heeft."

"Ik heb niets verzuimd om uw geheim verborgen te houden; maar het is verraden, en de duivel alleen kan u zeggen door wien. Ik heb echter de zaak eene zoo goede wending mogelijk gegeven; ge zijt veilig, als ge van Rebekka afziet. Men beklaagt u, als het slachtoffer van tooverkunsten. Ze is eene tooveres en moet als zoodanig sterven." "Bij den Hemel, dat zal ze niet!" riep Bois-Guilbert.

Deze verklaring was tot Alberts groote vreugde voldoende; want de listige ridder had de groote moeielijkheid, of liever de onmogelijkheid voorzien, om Brian De Bois-Guilbert over te halen dezen eed voor de vergadering te doen, en hij had deze uitvlucht bedacht, om hem de noodzakelijkheid daarvan te besparen.

"Dan moet gij uwe plaats weder innemen om den uitslag af te wachten, edele broeder," zei Malvoisin; "de schaduw rukt verder op den zonnewijzer; kom, dappere Bois-Guilbert, kom, gij steun van onze heilige Orde, gij die weldra ons opperhoofd zult zijn!" Terwijl hij dit op vleienden toon zeide, legde hij de hand op den teugel van den ridder, alsof hij hem naar zijne plaats terug leiden wilde.