Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 oktober 2025


Nu, dit kon háár niet schelen, en: Dat kan my niet schelen, schreeuwde ook de waardin. Mensch, je moest je schamen, dat moest je! Wel ja, wat zeg jylui dit was 'n beroep op de kiesheid van de omstanders, die deze onderscheiding ten-volle verdienden wat zeg jylui? Is 't geen schande dat 'n moeder haar eigen kind 'n standje komt maken om 'n boezelaar?

Pierre dacht 's avonds spelletjes uit of vertelde geschiedenissen uit zijn soldatentijd. Tante Agathe bakte 's Zondags pannekoeken voor de meisjes. Marie zong gewijde zangen, met een stemmetje als de koorknapen in de kerk; zij scheen wel een heilige met haar blonde haren als een aureool, haar handen gevouwen op haar boezelaar.

Doch het origineelste zijn zij, die uit de stad terugkeeren met de meest uiteenloopende voorwerpen in haar geïmproviseerden zak. Die hangt dan zwaar omlaag op den boezelaar, en maakt bij elke schrede een rinkelend geluid van aardewerk of men hoort er den triomfkreet van een haan uit opstijgen, die op de markt een koopster heeft gevonden.

Er resten nog twee vrouwelijke kleedingstukken te vermelden, die voor het meerendeel in België gedragen worden, slechts sporadisch in Nederland. Dat is vooreerst de falie, een kleedingstuk van zwarte zijde, met een rand van franje, waarmee men het hoofd omhult, terwijl de van voren elkaar kruisende slippen een soort van boezelaar vormen.

Mevrouw had herhaaldelijk geheime onderhandelingen gevoerd met een groote, dikke vrouw, die een onberispelijke neepjesmuts, een lichte katoenen japon en een zwartzijden boezelaar droeg, en Jaantje pruttelde in zich zelve, terwijl zij in de keuken haar werk verrichtte: „Dat mensch begint me derekt al te commandeeren; ze hangt me nou al de keel uit. Zoo’n armoede en grootheid!

Elk dorp heeft zijn eigen vouwen en kleuren, verschillend weer naar gelang van omstandigheden, van doop of bruiloft, aanneming of avondmaal, danspartij of werkplaats. Er behooren dan bij het witte bovenhemd zonder mouwen, de kleurige borstdoek, de groote boezelaar en de vele wijd uitstaande rokken.

Mevrouw stond met beide armen te zwaaien, om zich de ongenoode gasten van het lijf te houden, want zelfs op de linten van hare muts schenen zij het gemunt te hebben. Wel drie hadden zich daar een plaatsje weten te veroveren, en zaten er gezellig de vleugeltjes uit te spreiden en weer dicht te slaan. Eén liep er haar op den schouder en vier kropen tegen haar boezelaar op. »Domme meid!

Goeie genadigheid! wat zal dat schepsel ’n kouwe voete krijge,” zegt een van de buurvrouwen, doet haar bonten boezelaar af en wikkelt Netjes voeten daarin, met de woorden: „Hoe kan je zoo’n schepsel nou zóó op ’n stoel zetten?” „’k Was al blij, dat ze zat; ’t was me ook een geschiedenis,” antwoordt de werkvrouw, en tot Annette gewend, vraagt ze: „Zit je zóó goed, kind?”

Toen ging zij met haar liefste op de vlucht. Toen nu 's morgens de oude heks was opgestaan, heeft zij haar dochter geroepen om haar het boezelaar te geven, maar zij kwam niet. Toen heeft zij geroepen: »Waar ben je?« »Wel, hier op de trap om te vegenriep de eene bloeddruppel.

Ze kende haar vader genoeg, om te weten, dat hij op haar kwaad niet doelde; doch tevens had ze wel gehoord, dat het gesprek tusschen haar vader en moeder lang had geduurd, den vorigen avond, en dat haar vader's bromstem het tegen haar moeder's fluitstem had afgelegd. Wat zou er geschieden? Haar boezelaar was gereed.

Woord Van De Dag

vorstengeslachten

Anderen Op Zoek