Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Zijne blauwe oogen straalden en boeiden haar als met tooverkracht. Zij voelde, dat zij gehoorzamen moest. Zij ontmoette hem beneden met trots en booze woorden. "Wat gaat het Gösta Berling aan, met wien ik trouwen wil?" Hij vond nog niet dadelijk zachte woorden, en 't scheen hem ook niet geraden dadelijk over Ferdinand te spreken.
Van Rijn behoefde zelfs niet de Muiderpoort uit naar Muiden, naar Naarden of naar het Gooi te wandelen, om tooneelen te vinden, die hem boeiden; hij had ze, om zoo te zeggen, naast de deur. En we kunnen ons denken, hoe hij met zijne jonge vrouw naar buiten wandelde, en het Friezinnetje attent maakte op al het schoone, wat Amsterdams buitenkant te zien gaf.
Ik moet er bij voegen, dat ik al op de burgerschool veel hield van Racine; het was bij hem vooral de taal, het heerlijke Fransch, en het statige, teêre vers dat mij boeiden. Maar ik was van de "Nieuwe Gids" al gauw een weerspannig kind.
Daarna dacht hij aan zich zelven en hoe menschelijk hij was, daar, terwijl anderen hunne negers aan handen en voeten boeiden, hij Tom alleen boeien aan de beenen deed en zijne handen vrij liet zoolang hij zich wel gedroeg; en dan zuchtte hij bij de gedachte hoe ondankbaar de menschen waren, zoodat het zelfs twijfelachtig was of Tom zijne barmhartigheid wel waardeerde.
Toch heeft tot op dezen dag alleen het abnormale uitdrukking gevonden in het leven en de litteratuur. Rossetti's brieven zijn afgrijselijk, in-'t-oog-loopend vervalscht door zijn broeder. Toch wekte het mijn belangstelling te zien hoe mijn oudooms Melmoth en mijn moeders Sidonia twee van de boeken waren, die zijn jeugd boeiden.
Leunende tegen een pilaar bestudeerde hij de afwisseling van licht en schaduw, maar nog kwam er niemand. De tijd begon hem eindelijk lang te vallen ... waarom kwam Iras niet? Weer beschouwde hij de mozaïeken op den grond, maar zij boeiden hem niet zooals straks.
Nu eens boeiden ons de trotsche bergen, bedekt met donkergroene pijnboomwouden, afgewisseld door het lichtere groen der eiken; dan weer rustte het oog met niet te beschrijven verrukking op glanzende valleien met blinkende meren; soms werd onze aandacht gevangen door een enkel boschje glinsterende berken, als een fijn grijs-groen getinte schilderij, gevat in bruin-fluweelen omlijsting van beuken, of een idyllisch dorpje, half verscholen achter teer sparregroen; even later omvatte onze blik een golvende vlakte, bekoorlijk door de oneindige kleurschakeeringen van duizenden veldbloemen.
Op het kerkplein van Garbenheim, geheel omsloten door donkertonige huisjes en schuren, boeiden hem een paar oeroude linden; dikwijls liet hij zich uit de nabijzijnde herberg stoel en tafel brengen en hij bracht er heele dagen door met teekenen, mijmeren en lezen.
Terwijl broeder en zuster zoo in de morgenuren wandelden langs de opeengestapelde vaten, de ontelbare kisten, van alle streken van den aardbol afkomstig, en langs de schepen, die aan de kaden vastgemeerd, of in de baai voor anker lagen, waren het vooral de vaartuigen, die in het bijzonder hunne aandacht boeiden.
Demetrius, ik zeg 't hem in 't gezicht, Heeft Nedars dochter, schoone Helena, Het hof gemaakt; het meisje kreeg hem lief, Hem innig lief, ja meer, afgodisch lief, Hem, dezen valschen, wisselzieken man. THESEUS. 'k Erken, dat ik 't vernam, en 'k was van zins Demetrius hierover aan te spreken; Maar eigen zaken boeiden mij te zeer, Het is me ontgaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek