United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij, die ze overwonnen hadden, behoorden tot een volk van hun eigen stam: de grijze ratten genaamd. Die grijze ratten hadden niet, zooals de zwarte ratten, sinds oeroude tijden het land bewoond. Zij stamden af van een paar arme landverhuizers, die zoowat een honderd jaar geleden in Malmö aan land kwamen met een boot uit Lubeck.

Het wriemelde nu alles van dichte menigte; op de oeroude Trap van Cacus trap der mythe, waarin Herkules den reus Cacus hier ter plaatse versloeg verdrong tot stikkens toe zich het volk, om te zien het Beeld, den Navel.... nu, Domitia. In de zuilengangen van het paleis ook verdrong zich de menigte der hofbeambten, stond de, in glinsterkuras de zon weêrspiegelende, wacht der Prætorianen.

Het is voor dezen een trouwe kameraad en voor genen een tonige rijkvormige ets, of een vonk oeroude levenswijsheid. Daarom juist is het Goethes glorie!

Nu zegt men wel dat de goede, oude zede hooge hakken eischt, ja, er bestaat zelfs een oeroude wet, waarin dit staat, maar Zijne Majesteit de keizer behoort tot de laaggehakten en dat geeft den doorslag. Zijne Majesteit duldt slechts lage hakken bij zijne ambtenaren, en het zal u wel niet ontgaan zijn, dat zijne eigen hakken nog een "drurr" lager zijn, dan die der anderen.

Op het kerkplein van Garbenheim, geheel omsloten door donkertonige huisjes en schuren, boeiden hem een paar oeroude linden; dikwijls liet hij zich uit de nabijzijnde herberg stoel en tafel brengen en hij bracht er heele dagen door met teekenen, mijmeren en lezen.

Als wij het zwermen mogen beschouwen als het doorbreken van een oeroude herinnering en een plotselingen onweerstaanbaren aandrang om een ingewortelde, maar sedert lang verloren gegane gewoonte te doen herleven, dan valt het ons ook niet moeilijk, die zeer duidelijke verandering van stemming te verklaren, die nu over de uitgewekenen gekomen is.

Men verwachte echter niet, dat het mij mogelijk zal zijn, den lezers ook maar bij benadering een beeld te geven van een volk, dat in elk opzicht zooveel verschilt van het onze en dat daarbij op het oogenblik in dit oeroude land, met zijne oude gebruiken en instellingen, een nieuw leven is begonnen.

Hierover later meer. De tooverwoorden zelve, van wier uitwerking men ongetwijfeld het meeste verwachtte, zijn onverstaanbaar. Zijn het woorden uit eene oude, vergetene taal en dus een overleefsel? Het oeroude heeft van zelf al iets magisch. Of uit eene vreemde taal? Ook wat uit den vreemde komt, geldt vaak voor tooverkrachtig. Of zijn het willekeurige klankverbindingen?

Er was iets nieuws op komst: de dichters die zich niet vermeiden in critiek of kunstlooze satyre, wilden terug naar het oeroude, en zongen barden-poëzie, waarin de ha's en de ho's het gebrek aan pathos moesten verhelen. De jonge Goethe, wiens eerste stappen ook eenigszins dien koers uit zouden gaan, kwam toch daartegen in verzet.

Zij spreken nu zonder vrees van de groote wereldslang, herinneren zich de runen van den oudste der Asen en denken aan menige machtspreuk van vroeger terug. In het gras vinden zij weer de wondervolle gouden tafelen, die Wodan en de andere Asen in oeroude, gelukkige dagen bezaten. Zonder zaad groeien alle gewassen en alle ellende is geëindigd.