Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juli 2025
Dit was tenminste het lot, dat de grootere romances ondergingen, deze paarlen van menschelijke verbeelding, die ondanks de reddingspogingen van iemand als Cervantes, bedolven werden bij den ondergang der fantasie, van welke plant zij de bloesem waren; totdat de smaak en het beter inzicht van een lateren tijd haar weder opgroeven uit de zware aardlaag, waaronder zij begraven lagen.
Hier is zoete min, de bedwelmende bloesem des levens. Hier is de zachte gelijkmatige affektie tusschen Julie en haar man, als een warm dek van vertrouwen, achting en aanhankelijkheid over de schamelheid der dagen geweven.
Ondanks de vreugde over 't naderend weerzien, kwam hij toch met bekommerende gedachten naar huis gewandeld. Het koren had, na 't stuiven van den bloesem, de zware halmen neergebogen en begon te rijpen. Veel stengels waren in golvende bundels geheel omgebogen en reikten met hun aren naar den grond. Anderen hadden hun gebaar verstild in 't neigen. Géén stond er meer overeind.
Om het zelf te bezitten; om het geheel ten eigendom te hebben; om allen geur en bloesem ervan te genieten; om er alle eer en glorie van in te drinken; om uit dit creatuur, als uit zijner eigen handen werk, de echo te beluisteren van zijn eigen stem, de warmte op te vangen van zijn eigen Goddelijk leven; ja, om het in zoo volstrekten zin alleen voor zichzelven, als God, te hebben, dat er niets in dat creatuur was, dat niet verteerd wierd door zucht en dorst naar Hem.
Moesappelen worden goed gewasschen in lauw water, de appelen in vierdeparten gedeeld, de stelen, klokhuizen en bloesem en de vlekken op de schillen weggesneden en daarna met zooveel water opgezet, dat het nat halverwege met de appelen gelijk staat. Telkens omroeren om het aanbranden te voorkomen. Als de appelen week zijn, zijgt men ze door een zeef. Het vuur mag niet te sterk zijn.
Zij dragen vrucht en bloesem te gelijk. Ik hoor den wind, die door de twijgen ruischt, En 't klinkt daarbij zoo lieflijk uit hun top, Als ware er heel een zangrig choor gehuisd. En achter hen, daar rijzen bergen op, Klaar afgeteekend tegen 's hemels trans, Somtijds bezocht door wolken, waar de glans Van morgenrood en avondzonnegoud Zich mengelt tot een wisslend licht en bruin.
Frisch staan in de doorschijnende schaduw, tintelig van zonneplekken, de lichtgroene boompjes. Zij hebben een mooi fatsoen, kegelvormig is om den rechten gladden stam de luchtige bouw van het gebladerte geschikt. De bloesem is onaanzienlijk: een kleine geel-groene kelk, op eenige passen afstand niet te onderkennen van het blad.
O, zoo dit het geval wordt, dan zal het zekerlijk geheel en al uwe eigen schuld wezen! Gij hebt dan òf volstrekt geenen bloesem gedragen, òf dien niet met de noodige zorgvuldigheid tegen storm, nachtvorst en nadeeligen dauw beschut.
Doch de jeugd moet bloesem dragen, want daartoe is de menschelijke natuur bestemd; en alles, wat schadelijk voor haar is of zou kunnen worden, dat kan men tegengaan, wanneer een krachtige, onwrikbare wil, wanneer een onvermoeide ijver ons aanspoort. En desniettegenstaande verstreek de jeugd van menigeen zonder bloesem.
«Waarlijk! Er komt een bloesem aan!» zei de vrouw op zekeren morgen, en nu herleefde ook in haar de hoop, dat haar ziek dochtertje zou herstellen; zij herinnerde zich, dat het kind in den laatsten tijd veel levendiger gesproken had, dat zij zich sedert verscheidene dagen 's morgens in haar bedje opgericht en daar gezeten had, en met een oog, stralend van geluk, den kleinen erwtentuin, die uit een enkele erwt voortgekomen was, bekeken had.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek