Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 mei 2025


De Kelten die reeds in de 6de-8e eeuw in Wales en Ierland een buitengewoon rijke en merkwaardige kultuur gehad hadden en de Angelsaksen die in de 8e-10e eeuw hun zeker niet minder belangrijk bloeitijdperk gekend hadden, en wel alle twee in een tijd dat de rest van Europa de zoetste slaap der onwetendheid sliep.

Op een gegeven oogenblik zei hij plotseling tegen Kees: »Hier dicht bij ligt het graf van Rimaoe." »Wie was dat?" »Een groot Hoofd van onzen stam, heer. Toen die nog leefde, waren wij machtig en gevreesd door onze buren. Kees herinnerde zich nu, dat Petinggi Datoek ook had gesproken over Rimaoe en het bloeitijdperk van de Kenjaoe-dajaks. Die groote tijd was echter sinds lang voorbij.

Inderdaad waren de Middeleeuwen het bloeitijdperk der legende, en de Middeleeuwsche legenden, met name de Marialegenden, liggen in voortreffelijke verzamelingen en besprekingen vóor ons. Ik noem hier slechts de namen van De Vooys allereerst, en verder van Alberdingk Thijm, Kronenburg, Kruitwagen, Honigh, V. Vloten.

Na Salinas duurt de eentonige zandwoestijn nog steeds voort, en men komt voorbij Central en Sierra Gorda, waarheen nog altijd het erts vervoerd wordt uit de beroemde zilvermijn van Caracoles, die van 1870 tot 1885 haar bloeitijdperk beleefde, en millioenen heeft opgebracht, doch thans is uitgeput.

Jodin in de diepste gronden van haar wezen 't geen allerminst zeggen wil: in haar bewustzijn ; een kind van het ras, dat, zeker in zijn eigen taal en bloeitijdperk, geen bladzijde literaire kunst heeft geschapen, welke niet leeraarde of vermaande, niet aanviel of verdedigde; een ras van lyrici bovenal is Mevr. van Bruggen een van de meest-begaafde en zielvolste schrijfsters van ons land gebleken, èn kon zij er nochtans niet in slagen, een roman te maken, welke met het beste werk harer kunstzusters op één lijn kan worden gesteld. Een geest rijk, een hart groot, omdat zijn zelfbeheersching te gering is. Een ziel te hartstochtelijk, om zich onder discipline te bukken, en die daarom ook zienderoogen verarmde, afkoelend-inkromp, zich niet meer geven kon in

Wat wordt er menig mensch belasterd en belogen Van menig kakelaar, die zelf toch niet en dogen. Tot de gevelspreuken behooren ook de berijmde beroepsaanduidingen; hun bloeitijdperk was de XVIIe eeuw; maar zij komen ook thans nog voor en zijn veelal humoristisch getint. Kaaskooper: O wereld boos en heel verkeerd, Wat heb je al geld dat mij ontbeert!

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek