Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 oktober 2025
Rocinante was zoo deerlijk gehavend, dat hij geen poot verzetten kon, en Sancho Panza toonde zich zoo bijster bedroefd en neerslachtig, dat men puur niet wist, wat met den armen sukkel aan te vangen.
Dit verschijnsel heeft tot zonderlinge overdrijvingen aanleiding gegeven, want volgens de beschrijving, die men ons te San Carlos er van gaf, geleek het bijna een wonder. De weg naar Cucao was zoo bijster slecht, dat wij besloten ons op eene periagua in te schepen.
Toen wij in de haven kwamen, was het geheele dorp in rouw gedompeld. Friso, die koning was over de vloot, had een zoon en eene dochter thuis, zoo bijster frisch alsof zij pas uit Fryasland gekomen waren, en zoo wonderschoon als niemand heugen mocht. De roep daarvan ging over alle Krekalanden en kwam in de ooren van Demetrius. Demetrius was vuil en onzedelijk, en hij dacht dat hem alles vrij stond.
Doornat, rijden wij zonder er acht op te slaan langs den aardheuvel, dien wij reeds sedert ons vertrek van de karavanserai Iskanderiëh hadden gezien, en komen in bezaaide velden. Het is afschuwelijk weer; het duurde dan ook niet lang of onze gidsen waren ten eenemale het spoor bijster.
Maar iets van eigen schuld aan zulke pijnlijke ervaringen in hun ontmoeting met de buitenwereld ligt bij de zendelingen zelve, daar zij, voor een groot deel voortgekomen uit den kleinen burgerstand, waar de gezichtskring niet bijster groot is, maar al te vaak verbeelden beter te zijn dan anderen, en alles wat buiten hun wereldje ligt, in hun geborneerdheid, als één brok zonde vaak liefdeloos verafschuwen.
Een wijf is bijster ergh*; en waer men lagen smeet, Daer is geen nicker* selfs die slimmer gangen weet. 1000 Dit moet ick heden selfs dit moet ick gaen beprouven, Ick wil hem metter daet, ick sal hem gaen bedrouven Die my de vreught ontseyt. Stae by nu, vrouwen-list, En stort in mijnen geest dat noyt verrader wist.
Zelfs zij, die reeds de stad doorkruist hadden, waren het spoor volslagen bijster; de asch had hen schier blind gemaakt en de straten waren in den rook en onder de puinen verdwenen. Toch drong het gevaar tot spoed. Elk oogenblik vermeerderde rondom hen het knappend en loeiend vlammengedruisch...
Daar we naar boven moesten, hadden we aan één koelie niet genoeg en kwam er nog een tweede bij, die genoemd wordt "ato-oshi", d.i.: duwer. Hortend en stootend hobbelden de ricksja's over den weg, wat in onze omstandigheden nu juist niet bijster aangenaam was.
Ik had gehoopt dat de archon mij Marpsias als koryphaios zou toebedeeld hebben, bij wien de handen niet minder dan de mond spreken, terwijl ze bij dezen houterig neerhangen, als ware hij gelijk Philemon in een lindeboom herschapen.» «Ook ik,» antwoordde Simon, «ben met dezen koryphaios niet bijster ingenomen.
Wanneer zij ooit eenig vermogen mocht verwerven, dan zou zij daarover zoo'n bijster groote voldoening niet gevoelen. Verwierf zij het niet, och, dan zou het verdriet daarover wel te dragen zijn. Zoo praatten Hulda en Joël Hansen hierover met elkander, daags nadat de laatste brief van Ole Kamp te Dal ontvangen was. Zij dachten over deze zaak, zoowel als over alle andere dingen op dezelfde wijze.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek