Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 oktober 2025
"Maar vertel mij liever eens, Geert," zeide Bouke, haar in de rede vallende: "wat heeft die lanterfant van een page je toch verteld? Je hadt het bijster druk met hem." Op deze vraag hield de oude dienstmaagd eensklaps met lachen op en zette haar gelaat in een meer ernstige plooi.
Den volgenden dag, toen wij met zekerheid konden aannemen dat onze vervolgers van hun voornemen hadden afgezien en ons spoor waren bijster geraakt, besloten wij naar den linker oever terug te keeren, en het onderzoek der bosschen voort te zetten.
Al voortgaande, keuvelende, rondziende, luisterende, zijn wij een weinig het spoor bijster geworden: wij zullen hier even stilhouden bij deze schaapskooi en de deur een weinig openstooten.
Op de jammerklachten, die de oude vrouw aanstemde, verlieten de geburen haar koek- en brandewijnstalletjes, omringden den jongen man en scholden op hem los met grove heftigheid, zoodat hij, sprakeloos van ergernis en schaamte, haar zijn kleinen, niet bijster gevulden geldbuidel toestak, welken de oude begeerig aangreep en haastig wegborg.
Want wat is waanzin anders dan verbijstering des geestes? Maar zij zijn het spoor geheel bijster. Wij willen eens beproeven, als de Muzen ons goedgunstig zijn, ook de kracht van deze sluitrede te ontzenuwen.
Men richt eenige geweerschoten op mij; maar ik zweef hoog in de lucht, zestienhonderd el boven den grond: eene hoogte, waarop de kogels van het naaldgeweer niet bijster te vreezen zijn. Mijn broeder, die ook, op den 14den October 1870, met een ballon uit de belegerde stad is opgestegen, is mede over zulk een pruissisch kamp heengegaan, dat in het woud van Armanvillers was opgeslagen.
'k Had geen lust in lezen, schrijven, Ja zelfs in mijn prenten niet; En zo lang in 't bed te blijven Gaf mij telkens veel verdriet. Vader wilde mij vermaken; Moeder lief deed, watze kon; Maar zij moesten 't schielijk staken, 'k Was 't al moede eer ik begon, 'k Vreesde dat het nooit zou lukken, En wanneer ik ledig zat, Kreeg ik bijster kwade nukken, Wijl ik geen geduld meer had.
Die woeste krijgsknechten, aan geen tucht gewoon, stoorden er zich al bijster weinig aan, of zij met vrienden of vijanden te doen hadden, en hielden met de grootste willekeur in de Noord-Hollandsche steden en dorpen huis. Zij eischten, desnoods met geweld, een leventje, of zij Zijne Hoogheid de Prins in eigen persoon waren, en maakten zich aan de grofste knevelarij schuldig.
Die twee behoorden tot de notabelen van de kleine volkplanting, en dat verdienden zij ook. Hoewel het Sarcany gelukt was te ontsnappen, hoewel men zelfs zijn spoor bijster geraakt was, zoo was de gevangenneming van Silas Toronthal zoo belangrijk, dat de dankbetuigingen van dokter Antekirrt en van Piet Bathory aan Pescadospunt niet ontbraken.
Een zucht van verlichting ontsnapte bij die woorden aan de borst der beide jongens, en onmerkbaar stootten zij elkander met den elleboog aan. Flipsen was erg teleurgesteld. Hij begreep, dat hij het spoor van den dief weer geheel bijster was, en hij wist niet, wáár thans te zoeken. Toch gaf hij het nog niet op.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek