United States or Palau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Rivers is eenige jaren ouder dan Staaf, die pas van het Nut van 't Algemeen komt, en siegenbeekt dat het een' aard heeft, als Rivers zich aan twijfelaarsgeslachten bezondigt, of kassa met eene c schrijft, of de tweede lettergreep van ontvangst met eene f begint.

Ja, die wet en die orde! Ik denk dikwijls dat juist die alle onheil in de wereld stichten. DOM. MANDERS. Mevrouw Alving, nu bezondigt u zich. MEVR. ALVING. Ja, dat kan wel zijn. Maar ik stoor mij niet langer aan al die banden en conventies. Ik kan 't niet meer! Ik moet mij vrij maken. DOM. MANDERS. Wat bedoelt u daarmee? Ik moest nooit iets van Alvings leven verborgen gehouden hebben.

Zie, Bram, zo ben ik nu ook weêr, als ik iets doe, doe ik het terdeeg; ik hou niet van dat krummelwerkje. Hoor, als ik over den hond kan, kan ik ook over den staart. Als Cornelis het wel maakt, en hy een ordentelyk meisje wil, gierigheid daar aan heb ik my nooit bezondigt; ik wil maar baas zyn, en gelyk hebben. Ik.

Wie zich daaraan bezondigt, is nog een schrede verder op den boozen weg. Dit zijn menschen, die in koortsachtigen gelddorst aan het ijlen slaan, tot God ze op hun weg ontmoet, hun plotseling uit de hand slaat al wat ze saamschraapten, ze zoo ontnuchtert, en weer op de knieën voor Hem brengt. Wel mogen Gods kinderen daarom toezien, dat ze worstelen, om zich aan deze zonde te onttrekken.

Ook zeide hij: Onderwijs de onwetenden zooveel ge kunt; de maatschappij bezondigt zich door geen kosteloos onderwijs te geven; de duisternis welke zij veroorzaakt, komt te harer verantwoording. In een donkere ziel sluipt de zonde licht. Niet hij die de zonde doet, is de eigenlijke schuldige, maar hij die de duisternis veroorzaakt.

MEVR. STOCKMANN. En daarom bezondigt u zich aan ons, mijnheer Hovstad, als u mijn man weg lokt van huis en haard en hem verleidt tot dit alles. HOVSTAD. Ik verleid waarachtig geen mensch tot.... DR. STOCKMANN. Verleiden! Denk je dat ik mij laat verleiden! MEVR. STOCKMANN. Jawel, dat doe je wel.

"Waarlijk poesje!" vervolgde Mechtelt: "gij bezondigt u, met zoo te kijken als een kip op een streep, dat doet gij. Zijt gij niet door onzen waardigen meester van den dood gered?

Bezondigt gij u tegen de zeden van uw vaderland, wanneer gij mij alleen tot vrouw neemt, mocht men u wegens uwe trouw willen verachten of slechts berispen, want wie zou het wagen mijn Bartja te verachten zoo neem u andere vrouwen nevens mij; maar laat mij eerst slechts twee, drie jaren lang u geheel alleen bezitten. Wilt gij mij dat beloven, Bartja?" »Dat wil ik!"

"Staat dat in de Schrift, freule?" vroeg Emma lagchend. "Neen, jufvrouw ongeloof, de Schrift bezondigt zich niet aan zulke zwakheden. Dat doen alleen oude vrouwen, die een te goed hart hebben voor de jonge." "Mag ik dan even gaan? Binnen vijf minuten ziet gij mij weder hier." Emma had dien avond aan André niets ongewoons bespeurd.