United States or Togo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij dit gesprek, waardoor ik vernam dat die jonge man de bestolen edelman was, van wien ik ongelukkigerwijze de geheele plunje aan had, bleef ik verstomd, verlegen en uit het veld geslagen staan.

Niet een was er, die hem vertrouwde. Vrouwen en mannen zagen hem na met booze oogen. Hij die de arme arbeiders bedrogen en bestolen had. Maar daar kwam Christensen de bankdirecteur en zijn vrouw in een nieuwen zwaren zijden mantel uit Hamburg! Goede hemel! 't deed allen werkelijk goed menschen te zien, die nog zijde konden koopen!

Ook hier achtte hij zich bestolen. De maatschappij, de staat, had hem, door zijn besparingen te verkorten, in 't groot bestolen. Nu bestal de particulier hem op zijn beurt, in 't klein. Ontslag was geen bevrijding. Men kan het bagno wel verlaten, maar niet de veroordeeling. Dat was hem te Grasse gebeurd. Men heeft gezien hoe hij te Digne werd ontvangen.

Zoo liep de arme Torino, die eens een welgesteld man was geweest, van huis tot huis en riep dat de tijd nu gekomen was, dat allen die hem bedrogen en bestolen hadden hun straf zouden ontvangen. Hij ging in al de kleine winkels aan de corso, sloeg met de vuist op de toonbank en zei, dat nu allen in de stad hun vonnis zouden krijgen, omdat ze meegeholpen hadden hem te bedriegen.

In den regel worden zij gruwelijk beet genomen en bestolen, want zij hebben niet het flauwste begrip van het spaansche geld, en ook de knapste koppen onder hen raken de klus kwijt als zij verder dan vier of vijf moeten tellen.

Dan was iedere onbeheerde handwagen een voorwerp, om een eind meegesleept te worden, ieder appelvrouwtje bestemd om te worden bestolen niet uit steelzucht, maar uit loutere baldadigheid , dan was iedere belknop een magneet voor jongenshanden, verstijfd door 't samenvouwen op den rand der schoolbank, dan was iedere deur het opentrappen waard, vooral de winkeldeuren met een rinkelende bel; dan was iedere gebochelde, iedere kreupele een model voor klassikale nabootsing, dan was zelfs iedere politieagent een mikpunt voor stukjes stopverf of voor hatelijke schimpscheuten.

Ik wist niet, wat van deze ontmoeting te denken, doch stelde er mij geen kwaad van voor. "Als deze lieden dieven waren," dacht ik bij mijzelf, "zouden ze mij bestolen en misschien vermoord hebben, 't zullen dus een paar goede jongelieden zijn uit deze streek, die medelijden met mij hebben en mij naar hun huis brengen."

Hij was niet plichtig, maar zwak.... Gij alleen, mevrouw, gij zijt het, die mij verraderlijk hebt bestolen, en dit laat zich nog genoeg merken aan uwen bitteren haat tegen ons...." Nu klom de woede van mevrouw Van Valburg ten top; het bloed vertoonde zich gloeiend onder hare wangen, en zij borst los in de volgende bedreigingen: "Wat gestolen? Ik gestolen? Gij onbeschofte!

De koortswouden waar zijn lichaam had gelegen, krank, uitgeput, verlaten door de knechtschap van zijn karavaan, bestolen hij van zijn ivoor en ruilgoed, alleen met een paar bedienden en waardeloozen rijkdom.

Hier opent zich voor zijn geest een mogelijkheid om een groote daad te volbrengen, om als weldoener der bestolen inlandsche bevolking naam te maken. Hij voelt dat het oogenblik in zijn leven gekomen is, dat het hem nu gegeven zal zijn heel de grootheid van zijn geest en gemoed te openbaren.