Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juli 2025
Voor weinige minuten was Brolet van zijn tocht naar de residentie teruggekeerd, ook hij had het dien dag schrikkelijk benauwd gehad. Geen wonder: brandende zon en kokend bloed!
Wáár is het, dat zij u dikwijls warm en benauwd maken, als ge u door bedaardheid en kalmte nogal schikken kunt in de hitte, door bij u te komen blazen en puffen en eene onweerstaanbare aanvechting te doen blijken om hun das los te maken, terwijl zij u met uitpuilende oogen aankijken; maar ook de schepsels hebben het kwaad.
Op de repetitie’s was ’t niet om aan te hooren; wezenlijk, ik kreeg ’t benauwd voor hem; ’k geloof nooit, dat hij ’t er goed afbrengt.” „Kom! ’t is een ouwe tooneelrot; als de avond daar is, doet hij ’t wel,
Je moogt dus liever van geluk spreken, zou ik meenen; koeienasem is tienmaal zoo gezond als de asem van Christenmenschen. Probeer het maar!" Meteen sloeg hij de staldeur dicht, zoodat ze in 't donker bleven. »Neef, waar ben je?" riep Andries benauwd. »Hier!" »Hoe heeft u het?" »Ik weet het niet; maar zoover ik gissen kan heeft het er veel van of ik al in den dut raak. En jij?"
Bovendien, ik heb hem immers van klein kind af gekend, en hij mij ook ook; ik was temet de eenige, dien hij nog na zijn ziekte herkende. Is 't niet zoo, beste jongen?" Strijkman spreekt luid en gejaagd. "Ja, oome,.... Dorus heet ik, Kobus en Dorus!" Vrouw Juttner krijgt het benauwd, en Strijkman wischt zich tersluiks een paar kille druppels van de slapen.
De doodshoofden op de kast had hij hooren knarsetanden, en het geraamte, dat daar naast stond, deed zijn best, om zich den kop af te schudden; en het had rondom hem gepiept, en getikt, en geknetst, en geduiveljaagd, dat het er den Satan zelf te benauwd zou geworden zijn!
"Ik had mij achter de gordijnen verscholen, toen mevrouw met den procureur sprak. Over eenige dagen zullen wij allen naar de publieke verkooping gezonden worden." "De wil des Heeren geschiede!" zeide Tom met een zwaren zucht, zijne armen over elkander heenslaande. "Wij zullen nooit weder zulk een meester krijgen," zeide Adolf benauwd.
Ik had een verdorven ziel en mijne zinnen verlangden de woeste streeling van zondigen minnehandel.... Schrik niet! Maak me niet benauwd. Ik ben schuldig, maar medelijden heb ik noodig.... Ik heb u ontvangen, en bedrogen heb ik u naderhand! Hij stond recht, heel bleek, en vroeg: Wilt ge openhertig spreken?
Langs de wanden waren planken gespijkerd, en daarop stond 'n warwinkel van huisraad en propjes kleeren en wat ouwe kistjes met allerlei onherkenbare gebruiksdingen. Achter de kamerdeur stak dan nog 'n kruk uit het behang; daar was dan ook een donkere kast en daarin stond het gootsteentje, half verstopt, benauwd te stinken.
Ze bedacht zich niet lang en trachtte zoo vlug als het ging, terug te keeren naar den coupé, waarin ze gezeten had. Zij was boos op zichzelf dat ze niet op het nummer had gelet. Wacht eens ... hier was het geweest ... neen, toch niet! Waarom waren er ook zóó vele wagens derde klasse? Zij kreeg het erg benauwd en warm; heel spoedig echter keerde haar moed terug.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek