United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


De burchtgraaf van Coucy schreef gedichten ter ere van de vrouwe van Fayel die een zeer natuurlike verknochtheid aan »ma très douce chière amie" ademen; mijn liefde, zegt hij, is zo vermetel als het kind dat schreeuwt »por la bele estoile avoir k'il voit haut et cler seoir". Graaf Thibaut die op bescheiden afstand zelfs een hulde bracht aan koningin Blanca van Kastilië, de trotse moeder van Lodewijk de Heilige, toont in vele zijner liederen heel wat smaak voor geleerde allegorieën en mythologie, maar toch ook een ware aanleg voor liefde en echt Franse fijngevoeligheid.

Hier, zoo zeide men, hield zijn geest er steeds de wacht over, en toen Thorsten in zijn graf kwam, hoorde Belé, die buiten wachtte, het geluid van geweldige slagen die gegeven en teruggegeven werden, en zag hij donkere vlammen van bovennatuurlijk vuur.

Hij gaat op het geborduurde kussen zitten, zij zit naast hem; »de joste lui se siet bele Erembors, lors recomencent leurs premières amors..." Het gehele kalme vrouwenleven in die torenkamers hangt als een atmosfeer om de weinige woorden van die liederen, in een vaag onbewust verlangen naar vrijheid en een bereidwillige onderwerping aan de heerschappij van de mannen.

Thorsten, geraden door Ingeborg, ging nu Belé zoeken, dien hij vond en weer op zijn erfelijken troon plaatste, nadat hij hem erfelijke vriendschap gezworen had. Hierop werd de ellendige betoovering gebroken, en Ingeborg, die nu in de haar aangeboren schoonheid werd gezien, werd met Thorsten verbonden en woonde met hem te Framnäs. Thorsten en Belé.

Elke lente trokken Thorsten en Belé er samen op uit in hunne schepen; en op een van deze tochten verbonden zij zich met Angantyr, een vijand wiens moed zij behoorlijk hadden leeren kennen, en kregen weer een niet te schatten goed in bezit, een magisch drakenschip, Ellida geheeten, dat Aegir, god van de zee, eens aan Viking had gegeven als loon voor een gastvrije behandeling, en dat hem ontstolen was.

Heel licht kon ik winnen mij aanzien en land Maar liever vertoef ik op 't welbekend strand, Als 'k waap'nen hanteer Bescherm ik den arme, mijn koning zijn eer. Op heuvel van Belé hier staan wij, elk woord In donkere diepten wordt door hem gehoord; Met Frithiof pleit mede De vorst in zijn graf: denk dus na, is mijn bede. Tegnér, Frithiof-sage.

Ver westelijk lagen de Orkney-eilanden, geregeerd door Jarl Angantyr, wiens jaarlijksche belasting aan Belé niet inkwam nu de oude koning in zijn graf lag. Men zeide dat hij een harde vuist had en zwaar van hand was, en aan Frithiof werd de taak opgedragen in persoon van hem de schatting te eischen.

Daarop gingen Thorsten en Belé een tooverring zoeken, of een armband, die eens door Völund, den smid, gesmeed was en door Soté, een beroemd roover, was gestolen. Deze stoute roover was zóó bang dat iemand den tooverring in bezit zou krijgen, dat hij zich zelf er mee levend begraven had in een aardhoop in Bretland.

Kort hierop ontmoetten Belé en Thorsten elkander voor het laatst, bij het prachtige heiligdom van Balder, waar de koning, voelend dat zijn einde nabij was, een plechtige vergadering, of Thing, had belegd van al zijn voornaamste onderdanen, om zijn zonen Helge en Halfdan aan zijn volk als zijn verkoren opvolgers voor te stellen.

Tegnér, Frithiof-sage. In het volgende seizoen veroverden Thorsten, Belé en Agantyr de Orkney-eilanden, die als koninkrijk aan den laatsten gegeven werden, terwijl hij vrijwillig beloofde een jaarlijksche belasting te zullen betalen aan Belé.