Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Nitetis zat naast hem, dan volgde Atossa, dan de eenvoudig gekleede, bleeke Phaedime, en naast de laatste gemalin van den koning zat de eunuch Boges. Nu volgden de opperpriester Oropastes, eenige andere hooggeplaatste magiërs, de satrapen van onderscheidene provinciën, onder welke zich de Jood Beltsazar bevond, en eene menigte Perzen, Meden en eunuchen, die hooge staatsambten bekleedden.

»Het verheugt mij u eens weder te zien, Beltsazar," riep de koning den op Babylonische wijze gekleeden man toe. »Sedert den dood van mijn vader hebt gij u niet aan mijne poort laten zien!" Hij, die aldus werd toegesproken, boog zich diep en antwoordde: »De genade van mijn heer verheugt het harte van uw knecht!

Bidt dus tot uw God, waar en op welke wijze gij wilt; maar hoe genegen ik u ook ben, kan ik toch mijne toestemming niet verleenen tot voortzetting van een werk, dat slechts twist en oneenigheid onder uw volk sticht." »Wilt gij op dezen dag eene bewilliging intrekken, die uw vader ons in een koninklijken brief heeft gedaan?" vroeg Beltsazar. »Een brief?"

»Veroorloof mijnen broederen hun tempel op te bouwen!" bad ook Beltsazar, de rijkste en aanzienlijkste der Joden, die in Babel waren achtergebleven, dien Cyrus met groote onderscheiding behandeld en dikwijls om raad gevraagd had.

»Dezen wensch neem ik aan," riep de koning, »want ik acht uw grooten Geest, die groote wonderen moet hebben gedaan, niet voor geheel machteloos. Hoor nog dit, Beltsazar! Vele Joden hebben in den laatsten tijd van de goden der Babyloniërs op smadelijke wijze gesproken, en zijn daarvoor gestraft geworden. Waarschuw uw volk!

De Hebreërs verwijderden zich, wel teleurgesteld, doch niet geheel zonder hope, want Beltsazar wist bepaald, dat dit stuk, hetwelk op den Jeruzalemschen tempelbouw betrekking had, in het archief van Ekbatana voorhanden moest zijn. Hen volgden de gezantschappen der Syriërs en Jonische Grieken.

Waarom moet uw dood mijne grijze haren naar het graf brengen, zoodat ik in de bitterheid van mijn hart God vervloek en sterf?" "Broeder," riep de Rabbijn verbaasd, "zijt gij een vader in Israël, en uit gij zulke woorden? Het kind van uw huis leeft toch zeker nog?" "Zij leeft," antwoordde Izaäk; "maar het is als Daniël, die Beltsazar genoemd werd, toen hij in den leeuwenkuil was.

»Is het mij dus toegestaan." vroeg Beltsazar, »het archief van Ekbatana, waar het geschrift aanwezig moet zijn, door uwe schrijvers te laten doorzoeken?" »Ik geef u daartoe verlof; maar ik vrees, dat gij niets vinden zult! Zeg uwen landslieden, priester, dat ik tevreden ben over de uitrusting der krijgslieden, die zij naar Perzië zonden, om den tocht tegen de Massageten mede te maken.

U, Beltsazar, noodig ik op het feest van mijn huwelijk met de Egyptische, en ik draag u op aan uwe landslieden Mesach en Abed Nego, de eerste mannen van Babylon na u, te zeggen, dat ik hen hedenavond aan mijne tafel verwacht." »De God onzes volks Israël schenke u geluk en zegen!" sprak Beltsazar, terwijl hij diep ter aarde boog.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek