Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
"Ik u iets beloven, Edelvrouw? Hoe vriendelijk spreekt gij toch tot uw onwaardige dienaar! Een gedachte van u zij mij een heilig gebod, o doorluchtige Jonkvrouw!" "Wel ik begeer dat gij de rust niet store, terwijl uw nieuwe Vorsten hier zijn zullen." "Het zij zo," antwoordde Breydel met droefheid, "ik had liever gehoord dat UEdele mijn arm en mijn mes geëist had. Maar wat niet is, mag komen."
Want myn meisje is al wat ik in de waereld begeer, zo als men zegt: dit is waar, dat ik haar oprecht bemin, en dat zy my lief heeft: zy is wel opgevoet, en van een oud eerlyk geslagt. Zo als ik zei, spreek een woordje voor my, myn lieve Heer Blankaart! O! hoe beminnen en achten wy deezen dierbaren man! Lieve Moeder, is 't niet jammer, dat de Heer Blankaart geen Vader is van een talrijk huisgezin?
Vind ik de zaligheid weer Die de wereld verloren waande, Ben ik bevrijd van begeer, Houd ik den hemel staande Op mijn gezuiverd bloed Waarover de winden wimp'len, Ben ik van blijdschap gevoed: De simpelste onder de simp'len.
"Deodaat!" zeide Reinout, hem getroffen de hand reikende: "gij zijt veel beter dan ik; maar waarom zoudt gij uw liefde tegengaan? Ik begeer dit offer niet: bemint gij Madzy zooals ik, laat ons dan beiden trachten haar hart te winnen, en elkaar plechtig beloven, dat het geluk van dengene, die slagen mag, geen nijd in het gemoed des anderen verwekken zal."
"Dat is juist de reden; omdat talent geen genie is, en de grootst mogelijke hoeveelheid energie het niet tot genie maken kan. Ik wil groot zijn, of niets. Een alledaagsche kladschilderes begeer ik niet te worden, en dus heb ik alle pogingen opgegeven." "En wat ben je dan van plan verder met jezelf te doen, als ik vragen mag?"
En daar het al lang geleden is, dat ik en mijn goederen en al wat ik kan en begeer, de Uwen zouden geweest zijn en tot Uw dienst, ben ik van plan, dat ze het van nu af aan meer dan ooit zullen wezen. Nu zijt gij onderricht in de andere zaken en ik ben er zeker van, dat gij het ook hierin zult zijn.
"Ik heb u reeds gezegd," viel hem de pelgrim in de rede, "dat ik geld, noch belooning van u begeer. Ik zal u geleiden en zelfs wel verdedigen, dewijl het een Christen niet onwaardig kan gerekend worden, een Jood tegen een Saraceen te beschermen. Derhalve, Jood, zal ik u, eer ik u verlaat, onder veilige geleide zien.
Je bent toch niet van plan in dat costuum visites te gaan maken, hoop ik," riep Amy, haar met verbazing aanstarend. "Waarom niet? Ik ben netjes en luchtig en op mijn gemak; juist goed voor een stoffige wandeling op een warmen dag. Als de menschen meer om mijn kleeren dan om mijzelf geven, begeer ik ze niet te zien.
"Mijnheer!" zeide ik: "ik eerbiedig uw geheim en begeer niets daarvan te weten, zoodra UEd. begrijpt het te moeten voor u houden. Indien het echter de vrees is voor mijn onbescheidenheid, welke u zou weerhouden, mij uw vertrouwen te schenken, zoo moet ik u mijn leedwezen betuigen, dat gij geen betere gedachten omtrent mij koestert."
Doe möst dij grelle kop man ijs zijn hebben." "Och, kerel, 't was Steffen, daar hebt 'n jong en 'n wicht mit 'n ander staon te vrijen. Schost d'r man gerust hen gaon wezen, meschijn har 't wicht die ook wol 'n smok geven." "Jawol, ik har 'n smok kregen van 'n hijl ander, zukke smokken begeer ik nich.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek