Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 mei 2025
Wat mij betreft, ik weet genoeg: herneem de trouw, die gij mij geschonken hebt, en uw ring daarbij: ik begeer hem niet meer."
De oude Heer ging recht overeind in 't bed zitten, zoo fiks gelijk hij nog niet gedaan heeft: 'Sytsken! zeide hij: 'ga den Ridder verzoeken hier te komen. 'Maar, zei ik, 'uw Edelheid weet, wat de arts heeft gezegd. 'Ik weet het, zeide de oude Heer; 'maar ik begeer hem te spreken en 't zal mij geen nadeel doen. En zoo volgde ik zijn last."
Ze nam haar wapen, een vlijmscherpe zeis, en wachtte hem. "Schoone vrouw " zeide Ferguut hoffelijk, "haal mij het schild, dat ik begeer." "Galgenaas " lachte de reuzin grimmig, "ge krijgt het niet van mij, doch ik zal u het lijf in stukken houwen." De ridder reed op haar in, de lans geveld.
Maar mijn broeder, zult gij denken om de woorden van den heilige, en bovenal wordt niet hoogmoedig; stel u met uw deel tevreden en begeer niet de geheele wereld. Wees gerust, antwoordde Saladin, ik zal niet hoogmoedig worden; vaarwel Hamet, mijn broeder! spoedig zie ik u weder. Gij hebt een schraal deel gekozen. Ik zal u schatten komen brengen!
Verneem veeleer, dat ik uw wensch, om Cambyzes aan te manen tot het straffen van Gyges, zoo dwaas acht, dat ik dien niet vervullen zal. Laat mij nu alleen, en treed mij niet onder de oogen voordat ik u ontbied. Gisteren had ik een zoon gewonnen, om hem heden weder te verliezen. Sta op! Ik begeer geene bewijzen van eene onderdanigheid en liefde die gij nooit gekend hebt.
Tracht dit wat aan te wakkeren, en ik zal mij niet ondankbaar jegens u betoonen." "Ik begeer geen loon," zeide Magdalena, op een verachtelijken toon: "denk slechts op de voorwaarden, waaraan de hulp, welke ik u bewijs, verknocht is. Ulrica zal de uwe zijn; doch gij moet haar verdienen, door de goede zaak te doen zegevieren."
De Koning was verrukt over het resultaat, en hij verzocht Ibrahim, zelf zijn belooning te noemen. »Ik heb slechts weinig behoeften,« antwoordde de sterrenwichelaar; »wanneer mijn grot wordt ingericht als een gepaste verblijfplaats van een philosoof, dan begeer ik niets meer.«
"Mijnentwege mag hij het laten, Uwe Hoogheid. Ik begeer geen dank van hem, vooral niet voor die beuzeling. 't Is de moeite niet waard om er van te spreken; ik zou hetzelfde voor een hond of een kat gedaan hebben." De jonge Prins glimlachte om deze taal. "Je maakt al bitter weinig ophef van je daad, Pieter," zeide hij.
"En tot een der laatsten spreek ik nu, gelijk ik vermoed?" vroeg de ridder. "Heer ridder," antwoordde de roover; "wij hebben ieder ons geheim. Gij hebt vrijheid om over mij te denken zooals gij verkiest; en ik mag mijn gissingen omtrent u maken, ofschoon wij het misschien beiden mis hebben. Maar daar ik niet begeer in uw geheim te dringen, neem mij niet kwalijk, dat ik het mijne bewaar."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek