United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoezeer allengs, na Beatrice's dood, deze symboliseering, die vergeestelijking overhand kreeg en de reëele, zinnelijke grondmotieven zijner liefde verdrong, blijkt het duidelijkst wel uit het feit dat Dante zijn herhaalde en diep-berouwde ontrouw aan de gestorven geliefde gevoelt als een vergrijp tegen.... de Rede.

Elisabeth's oogen waren ook grijs, maar van een koud, waterachtig grijs, als dat van een Februari-lucht. En zoo was het met elken gelaatstrek en met de uitdrukking ook. De uitdrukking van Beatrice's gelaat was open en edel, soms in haar fierheid uitdagend.

Ja, ik beminde haar evenals zij mij beminde. Ik verklaar dat gij te zamen haar den dood te gemoet hebt gedreven. Haar bloed kome over uw hoofd, voor altijd en eeuwig!" "O, breng mij naar huis!" jammerde de zoutzak op den vloer "breng mij naar huis, Elisabeth! Ik durf niet alleen gaan. Beatrice's schim zal mij vervolgen. Mijn hoofd draait om en om. Breng mij weg, Elisabeth, en blijf bij mij.

Zoo is bijvoorbeeld alléén in het proza sprake van het mystieke getal negen en zijn klaarblijkelijk verband met de Drie-eenheid en Beatrice; zoo wordt alléén in het proza het woord "salute" opzettelijk gebezigd op een wijze waarop het zoowel Beatrice's "groet" als "Genade, Heil, Verlossing" beteekent.

In de derde fase, wanneer door Beatrice's dood het toch altijd min of meer onnatuurlijk geëxalteerde van zijn onzinnelijk verlangen is opgeheven, stijgt Dante's vereering tot een zuiver geestelijke aanbidding, welke hij wel, misleid door het medelijden der "Vrouwe aan het Venster" voorbijgaand zal kunnen verzaken, maar welke hij ten laatste "door het leed gelouterd" toch weer terugvindt in een volkomen, maar woordelooze, innerlijke aanschouwing der "uit zichzelf stralende" zalige Beatrice.

Dit zijn Beatrice's verwijten, naar aanleiding waarvan Dante zegt: "Zulk een zelfkennis beet mij het hart, dat ik verwonnen viel ". Men ziet het, ook andere dingen dan het naloopen van een meisje gelden der hemelsche Beatrice voor afval van haar. Niet echter zijn huwelijk met Gemma Donati, de vrouw bij wie Dante vier, volgens anderen zelfs negen kinderen verwekte.

Hoe zonderling het moge schijnen, Geoffrey wist tot op dit oogenblik niet recht, welke plaats hij in Beatrice's hart, of zij in het zijne, bekleedde. Hij was niet verliefd op haar, ten minste, niet op zulk een wijze als hij dit, over 't geheel lastige, gevoel had leeren kennen. In allen gevalle, ging hij van de stelling uit, dat hij het niet was.

En Geoffrey zag eerst naar de lucht, om kemphanen of wilde eenden in 't oog te krijgen, en als hij die niet zag, liet hij zijn blik vallen op de reine schoonheid van Beatrice's gelaat, en dan kwam de vraag bij hem op, waar zij toch wel over dacht; totdat zij, eensklaps zijn blik gevoelende, zich met een glimlach, zoo liefelijk als het eerste morgenrood op het water, tot hem wendde en hem vroeg waar hij over dacht.

"Zeer zeker niet," antwoordde de stem, terwijl de eigenaar van die stem, die waarschijnlijk dynamiet vermoedde, haar met een koelen ambtelijken blik in oogenschouw nam. "Uit den weg als 't u belieft." Beatrice's oogen schoten vol tranen, terwijl zij zich in bitterheid des harten omkeerde. Zoo was al haar moeite dan te vergeefs, en moest zij zich dit laatste zwijgend afscheidnemen ontzeggen.

Maar hij was Beatrice's kerk der Duisternis niet binnengetreden; hij had die voor altijd den rug toe gekeerd, hoewel hij, zooals de meeste menschen, in verschillende tijdperken van zijn vroeger leven een uur in haar voorportaal vertoefd had. Dus waagde hij een tegenwerping. "Ik ben geen godgeleerde," sprak hij, "en ik houd niet van twistredenen op zulk een gebied.