United States or Honduras ? Vote for the TOP Country of the Week !


Balao Rao had den Hindoe met de grootste aandacht aangehoord. Hij was het nog niet met zich zelven eens, of er niet eenig gevaar in gelegen was, dat de Dwalende Vlam den pâl van Tandît kende, er reeds een schuilplaats gezocht had en haar instinct er haar kon terugvoeren. Hij kwam dus op dit punt terug en vroeg den Gound of hij of de zijnen wisten waar de krankzinnige zich op dit oogenblik bevond.

»Wie zij is, weet ik niet," antwoordde de Gound. »Vanwaar ze komt, kan ik evenmin zeggen en in de geheele vallei is er niemand die iets meer van haar weet dan ik! Is ze een vreemde, is ze een Hindoesche, men heeft het nooit kunnen te weten komen!" Balao Rao dacht een oogenblik na en vroeg toen: »Wat doet die vrouw?" »Ze komt, ze gaat," antwoordde de Gound, »en leeft alleen van aalmoezen.

De Hindoes, die hem van Adjuntah af gevolgd hadden, konden in het geheele presidentschap vrij komen en gaan. Balao Rao, op wien de afkondiging van den gouverneur niet van toepassing was, zou ook dezelfde vrijheid hebben kunnen genieten, indien hij niet zoo sterk op zijn broeder geleken had.

Balao Rao meende over dit onderwerp niet met Nana Sahib te moeten spreken en zelf hechtte hij er al spoedig niet het minste gewicht meer aan. Een maand na hun komst in den pâl van Tandît, was van den terugkeer der Dwalende Vlam in de vallei van Nerbudda nog niets gebleken. Gedurende een geheele maand, van den 12n Maart tot den 12n April, bleef Nana Sahib in den pâl verborgen.

»Dat is zeker," zeide de Hindoe, »dat in 1859 de nabob met zijn broeder Balao Rao en den ex-rajah van Gonda, Debi-Bux-Singh de wijk genomen had in een kamp, aan den voet van een der bergen van Népaul. Toen de Engelsche troepen hen aldaar te dicht op de hielen zaten, besloten ze alle drie de Indisch-Chineesche grens te passeeren.

Na eenige minuten van stilte, richtte de Nana het hoofd op en kwam tot den tegenwoordigen toestand terug. »Waar zijn onze metgezellen?" vroeg hij. »In de grotten van Adjuntah, waar ze ons volgens afspraak zouden wachten," antwoordde Balao Rao. »En onze paarden?" »'k Heb ze een eind van hier op den weg van Ellora naar Boregami in bewaring gegeven." »Bij Kâlagani immers?" »Juist, broeder.

Daar zal ik dan het gunstige oogenblik kunnen afwachten, te midden van de bergachtige streek der Vindhyas, waar de gemoederen altijd in gisting verkeeren! »Op marsch!" antwoordde Balao Rao. »Welnu, ze hebben duizend gulden uitgeloofd aan hem, die je vangt. Maar, 't is niet voldoende om een prijs op je hoofd te stellen, 't moet genomen worden ook!"

Men verneemt in December, dat hij in een aangrenzend distrikt van Nepaul de wijk genomen heeft. Men verzekert dat Nana Sahib, Balao Rao, zijn broeder, en de Begoem van Oude met hem zijn. Later, gedurende de laatste dagen van het jaar, loopt er een gerucht, dat zij een schuilplaats gezocht hebben aan de grens der koninkrijken Nepaul en Oude.

»Ze krijgen 't niet," antwoordde Nana Sahib. »Kom, zonder een oogenblik te verliezen, broeder, kom!" Balao Rao liep met zekeren tred door den nauwen gang, die naar deze donkere schuilplaats, onder den vloer van den tempel gegraven, geleidde.

Hij bezweek bijna van honger en vermoeienis. Zijn geheele leven concentreerde zich toen in zijne oogen, die in de duisternis vuur schoten als de oogen eens tijgers. De Hindoe wachtte zonder zich te bewegen totdat de nabob goedvond om te spreken. Die man was Balao Rao, de eigen broeder van Nana Sahib.