Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 mei 2025
De woelige drukte, het vroolijke licht, dat uit de winkels en magazijnen straalt, trekt hem onweerstaanbaar aan. Hij drentelt langzaam verder. Voor een oogenblik vergeet hij zijn toestand, kijkt in de koffiehuizen en drukt zijn neus tegen de vensterruiten van een bakkerswinkel. Hij heeft honger gekregen, en het gezicht van het uitgestalde brood maakt zijn eetlust meer en meer gaande.
Er was een oogenblik in Marius' leven, dat hij zijn eigen portaal veegde; dat hij den schemeravond afwachtte om den bakkerswinkel in te sluipen en een brood te koopen, dat hij zoo verborgen naar zijn vliering bracht, alsof hij het gestolen had.
Zijn derde bezoek gold een bakkerswinkel. Met den bakker maakt hij weinig omslag; ’t artikel brood is ook te gewoon. Met den hoed op ’t hoofd, zijn stokje in de hand, koopt hij twee „pains de luxe”, maar vraagt: „In pèpier, s’il vous plait!” De broodjes verdwijnen in een zijner zakken en hij wandelt verder tot aan een banketwinkel.
Toen zei de musch: »Ga nu mee naar een anderen winkel, dan zal ik nog een stuk naar beneden halen, dat je je genoegen kunt eten.« Toen de hond het tweede stuk ook op had zei de musch: »Broeder hond, heb je nu genoeg?« »Ja, vleesch heb ik genoeg,« zei hij, »maar ik heb nog geen brood gehad.« »Dat zul je ook hebben,« zei de musch, »kom maar mee.« Zij bracht hem bij een bakkerswinkel en pikte zoo lang aan een paar broodjes dat zij naar beneden rolden, en toen de hond nog meer wilde bracht zij hem bij een tweeden bakker en haalde weer wat brood af.
Denk hièr toch es aan! En nu kwamen de twee kleinere Cratchits, 'n jongen en een meisje, binnenstormen, schreeuwend dat zij buiten den bakkerswinkel den gans al geroken hadden en hem aan den reuk herkenden als de hunne; en zich overgevend aan weelderige gedachten aan salie en uien, dansten deze jonge Cratchits om de tafel heen, en prezen jongeheer Cratchit hemelhoog terwijl hij het vuur aanblies, totdat de langzaam-pruttelende aardappelen opborrelden en luid tegen het deksel der sauskom tikten om er uit gelaten en van hun schil ontdaan te worden.
En uit een zijner zakken haalde hij een sou. Zonder aan de twee kleinen den tijd te gunnen zich te verbazen, duwde hij ze voor zich uit in den bakkerswinkel, en den sou op de toonbank leggende, riep hij: "Hola, voor vijf centimes brood." De bakker nam een brood en een mes. "In drie stukken, baas," hernam Gavroche, en voegde er deftig bij: "wij zijn met ons drieën."
De twee kinderen volgden hem op de hielen. Toen zij voorbij een dier getraliede vensters gingen, die een bakkerswinkel aanduiden, want men legt het brood evenals het goud achter ijzeren traliën, keerde Gavroche zich om en vroeg: "Wel, kabouters, hebt ge gegeten?" "Mijnheer," antwoordde de oudste, "wij hebben niet gegeten sinds van morgen."
Zij juichten hem toe toen hij aan het tweede gedeelte van zijn maal begon, en lachten om zijn domme gebaar tegen den politie-agent. "Ik had honger", zeide hij, met zijn mond vol. "Brayvo!" riep de menigte. "Goed soo!" Toen hij nu aan een derden bakkerswinkel beginnen wilde, werd hij tegengehouden door een half dozijn politie-agenten die zijne schenen met wapenstokken bewerkten.
Het zien van deze arme feestvierenden scheen den Geest veel belang in te boezemen, want hij bleef met Scrooge naast zich in den ingang van een bakkerswinkel staan en de deksels van de schalen afnemend als de dragers voorbijgingen, sprenkelde hij wierook op hunne maaltjes van zijnen toorts.
Kaïn en Abel op een bakkerswinkel: Kaïn sloeg Abel dood Al om een hoekje, Hier verkoopt men wittebrood En ook een koekje. Te Maastricht vindt men een blauwen gevelsteen, waarop een Engel, eertijds uithangbord, met dit rijmpje: In den Engel bemind, Treê binnen mijn vrind, Hier tapt men met pleizier Jenever en bier.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek