United States or Moldova ? Vote for the TOP Country of the Week !


Jean Valjean was door het denkbeeld van vrijheid verblind. Hij had aan een nieuw leven geloofd. Spoedig werd hij gewaar, welke vrijheid het is, die men met een gelen pas geeft. En behalve dat, een menigte teleurstellingen. Hij had berekend, dat, wat hij gedurende zijn verblijf in het bagno gespaard had, honderd-een-en-zeventig francs moest bedragen.

"Spreek," zeide hij, als hadde hij 't niet begrepen. "Hebt ge mij verstaan? Ik ben een galeiboef, een tuchteling. Ik kom van de galeien." Hij haalde een groot geel papier uit zijn zak, dat hij opensloeg. "Hier is mijn paspoort, ziet ge, 't is geel. Dit dient om mij overal te doen wegjagen, waar ik kom. Wilt ge 't lezen? Ik kan lezen; ik heb 't in 't bagno geleerd.

Zoo steeg zijn geest en zonk tegelijkertijd, gedurende deze negentienjarige foltering en slavernij. Aan de eene zijde nam het licht, aan de andere zijde de duisternis toe. Zooals men gezien heeft, was Jean Valjean niet slecht van aard. Hij was nog goed toen hij in het bagno kwam.

Men meende in het oord te weten, dat Boulatruelle in het bagno was geweest; hij was eenigerwijs onder toezicht der politie, en wijl hij nergens werk vond, gebruikte het bestuur hem tegen verminderd loon als wegwerker aan den binnenweg van Gagny naar Lagny.

Hij herhaalde bij zich zelven, wat hij bereids tot zich zelf had gezegd, toen hij de cabriolet van Scaufflaire huurde dat, welke ook de uitkomst mocht zijn, niets hem behoefde te weerhouden, met eigen oogen te zien, in persoon over de zaken te oordeelen; dat het zelfs voorzichtig was te weten wat er gebeuren zou; dat er geen besluit was te nemen dan na wel onderzocht en overwogen te hebben; dat men zich op een afstand alles vergroot voorstelt; dat eindelijk, wanneer hij dien Champmathieu, een of anderen ellendeling, gezien had, zijn geweten zich waarschijnlijk zeer verlicht zou voelen door hem in zijne plaats naar het bagno te laten gaan; dat, wel is waar, Javert, alsmede Brevet, Chenildieu en Cochepaille, oude tuchtelingen, die hem gekend hadden, er ook zouden zijn; maar zij zouden hem stellig niet herkennen.

Marius groette Jean Valjean, het geluk deed de wanhoop uitgeleide tot aan de deur en beide mannen scheidden. Marius was geheel geschokt. Thans was hem de soort van afkeer verklaard, dien hij steeds voor den man had gevoeld, naast wien hij Cosette zag. In dien persoon was iets raadselachtigs, waartegen zijn instinct hem waarschuwde. Dat raadsel was de afschuwelijkste aller schanden, het bagno.

Na de afschuwelijke, donkere plaats te hebben verlaten, die men het bagno noemt, had de bisschop zijn ziel pijnlijk aangedaan, gelijk een te helder licht bij het verlaten der duisternis, zijn oogen zeer gedaan zou hebben. Het verder leven, het leven, dat hem voortaan misschien wachtte, een zondeloos rein leven, vervulde hem met angst en bekommering. Hij wist niet meer, hoe 't met hem was.

Met Brevet zijn er nog slechts twee tuchtelingen, die Jean Valjean gezien hebben. 't Zijn de levenslang veroordeelden Cochepaille en Chenildieu. Men laat hen uit het bagno komen en brengt hen in tegenwoordigheid van den gewaanden Champmathieu. Zij weifelen geen oogenblik. Zij verklaren, evenals Brevet, dat het Jean Valjean is.

Een tuchteling dien ik twintig jaar geleden heb gezien, toen ik onderopzichter te Toulon was. Zoo het schijnt, heeft deze Valjean, na het bagno verlaten te hebben een bisschop bestolen, vervolgens heeft hij een anderen diefstal, gewapenderhand, op den openbaren weg, op een kleinen Savoyaard gepleegd. Sinds acht jaren heeft hij zich uit de voeten gemaakt, men weet niet hoe, en men zocht hem.

Hij had ze bewaard, evenals hij de zilveren kandelaars bewaard had, om zich steeds het keerpunt in zijn leven te herinneren. Maar dit, dat uit het bagno kwam, verborg hij, en de kandelaars, die van den bisschop kwamen, liet hij zien.