Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


Wie de Divina Commedia las, kent den toornenden profeet en den berouwenden zondaar; maar hij kent niet den zachtzinnigen minstreel, den weeken jongeling, die verbleekt en beeft bij den aanblik van een jong meisje en die, liggend in zijn eenzame kamer "als een geslagen knaapje" den "grond met tranen baadt" omdat zij hem heur groet onthield.

Wanneer derhalve de Russische werver zijne trom roert, om de landskinderen onder de keizerlijke vanen te verzamelen en hen de wijde wereld in te voeren, dan rilt, om zoo te zeggen, het geheele land. Het geheele volk baadt in tranen, en overal hebben de treffendste en hartroerendste tooneelen plaats, welke hij, die ze eens zag, nimmer weder vergeet.

Hoe schoon zijn zij in het avonduur, als de ondergaande zon ze baadt in zachten gloed, en alles in het rond innige, weemoedige teederheid ademt; de strakke, als verstijfde glimlach, die speelt om hun breede, omgekrulde lippen, schijnt plaats te maken voor een zachtere, meer menschelijke uitdrukking; niet langer zien zij met zoo verpletterende verachting, in het trotsche bewustzijn hunner onvergankelijke grootheid, uit de hoogte neder op de arme stervelingen, die reeds zoovele eeuwen lang voorbij trekken aan hun voet, om nooit terug te keeren.

Daarbij wonnen wij vooreerst een prachtig gezicht op de kloven, als met zaagtanden in de rotsen geslagen, en waar aan den eenen kant alle afloopende terrassen in donkere schaduw liggen, terwijl zich de overkant in een zee van licht baadt.

Ik ben geboren uit zonne-gloren En een zucht van de ziedende zee, Die omhoog is gestegen, op wieken van regen, Gezwollen van wanhoop en wee: Mijn gewaad is doorweven met parels, die beven, Als dauw aan de roos, die ontlook, Wen de dag-bruid zich baadt, en voor ’t schuchter gelaat Een waaier van vlammen ontplook.

Morgen zitten ze daarmee onder dat wijde, witte, gewelf in den Bazaar, domein van de groente-dames. Maar bij de bron krijgen ze vandaag ruzie met een Jemenietisch joodsch jongetje, die pootjes baadt. Het jongentje is met zijn bekje volkomen tegen de Arabische dames opgewassen. Van hun woorden versta ik niets.

Er lag in hun samenzijn iets van den weemoed, waarmee de ondergaande zon haar laatste stralen werpt over een herfstlandschap. Een zachte goudgloed werpt ze over de stervende natuur en baadt alles in een geheimzinnigen luister, die het leven met den dood verzoent. Zoo gaf het vriendelijk schijnsel der herinneringen het samenzijn dezer twee menschen een ernstige wijding.

Nu eens op de kam van het plateau, waar de zang der leeuwerikken u tegenklinkt uit de blauwe lucht, dan overspat met het schuim der murmelende beekjes, die dartelend voortspoeden in de stille valleien, baadt ge nu eens in den zonneschijn der bergtoppen, om dan weg te schuilen in de vochtige schaduw der boschrijke hellingen, altijd door volop de schoonheid genietende van het verrukkelijke berglandschap, zoo rijk aan afwisseling, met zijn heidevelden en heuvelen, zijn rotsen, zijn wuivende bosschen, zijn ruischende wateren.

Na met hem het verre panorama te hebben bewonderd van het eiland Zante, dat in een rooden nevel zich baadt in het licht der ondergaande zon, en na ons natuurlijk te hebben opgehouden in een der café's van de stad, om er raki, olijven en turksche koffie te gebruiken, bereiken we het station weer, waar al spoedig de trein voor Olympia, komend van Patras, binnenkomt.

De maan, die zachtjes rijst, laat weldra haar licht schijnen boven de toppen van het gebergte, aan welks voet thans ieder van het gezelschap de rust geniet. De plotselinge glans van het maanlicht wekt den goudzoeker en baadt het landschap in een prachtigen glans. Er is niets te hooren dan het zachte gemurmel van de beek in de overigens welkome stilte.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek