Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Met moeite beklom een der aanvoerders met drie flinke strijders de hoogte. Een licht gouden wolk omhulde den top van den berg. De mannen dachten, dat dit het avondrood was. Het was echter het magische licht, dat de jonkvrouw omgaf, die juist aan den rand van de rots verscheen. Droomerig keek zij voor zich uit en maakte met een gouden kam haar lokken in orde.

De wijk van de Legaties kwam nu heel duidelijk uit tegen het avondrood van den hemel, met een groot aantal daken van paleizen en europeesche villa's, torenspitsen, een profiel van een westelijke moderne stad, die de ver verwijderde schilderachtige pagoden van de Keizerlijke paleizen verborg.

Ter zijde, in het verschiet, een enkele boomstronk, versplinterd alsof de bliksem hem trof. Geen levend wezen: geen raaf zelfs, die krast op den knoest. Boven den somberen horizon slechts eene smalle streep van het matste avondrood, ter herinnering dat ook de volle middagzon de plek beschenen heeft, waar eeuwen lang de Nijenhorst te midden van haar woudpark stond."

Simon, wetende dat Aischylos zijne werken tot zich opnam en schiep in oogenblikken van verheven zielsverrukking, de juiste gedachte en het gepaste woord vindend zonder er naar te zoeken, hoedde zich wel hem in de rede te vallen, terwijl de godheid hem vervulde. Weldra ging de dichter voort: «Ik zag in de verte, door het avondrood gekleurd, den stuggen Lykabettos zich verheffen.

En tot den allerlaatsten man bleef hij gebukt en zweetend sikkelen, soms heel alleen in 't laatste avondrood op 't uiterst hoekje van een veld, waar hij dan halmen en aren van vuur en bloed scheen neer te maaien. En lang reeds zaten de anderen etend om de avondtafel, als hij, eerst nog naar zijn paardenstal gegaan, ook eindelijk binnenkwam en uitgehongerd en doodmoe begon te slurpen.

"Ik geloof Heer, sta mij bij in mijn ongeloof!" mompelt hij, zich opheffend. Luisterend staat hij stil. Van verre luidt de kloosterklok. Vesperluiden is het. Het avondrood straalt reeds door de takken. Snel wendt hij zijn schreden naar het klooster. De kerk is reeds verlicht. Door de half geopende deur ziet hij de monniken in hun stoelen. Stil snelt hij naar zijn plaats.

Hij gaat dus diep in gedachten daarheen zonder naar den Brobyheuvel op te zien, waar de huizen zich scherp afteekenen tegen den helderen avondhemel, of tegen Gurlita Klätt die zijn ronden top in 't avondrood opheft. Hij kijkt naar den grond en peinst er over, hoe hij den sleutel zal krijgen, zonder dat iemand het weet.

In een der diepe vensterbanken zit een jong meisje van ongeveer veertien jaren en staart naar het wegstervende avondrood van den korten winterdag; haar fijn profiel teekent zich scherp af op den helderen achtergrond van het venster. Zij heeft de smalle handen gevouwen, en hare gedachten verwijlen blijkbaar bij iets afwezigs.

Wat was er wel natuurlijker dan dat ik zoo maar ineens, zonder de minste notitie van die belemmerende oude lui te nemen, naar haar toe zou gaan, en mijn verliefde armen om haar middel slaan, en haar zoenen op den mond,.... en een klap van haar hand in 't gezicht te krijgen, dacht ik er dadelijk bij en moest in mezelf lachen omdat ik mij zoo wild op mijn oer-instinkt had laten doordraven.... Maar het verlangen en de liefde bleven in mij woelen, en half achter een boom verscholen stond ik haar halsstarrig na te kijken, tot zij boven op den heuvel was, daar even als een uitgeknipte schim zich scherp tegen het avondrood afteekende, en dan, langzaam wegzinkend, aan mijn blik verdween.

Ik wil vrij zijn hoort gij? vrij zijn!" herhaalde zij nog eens, en dreunend viel de zware deur achter haar dicht. Hij stond als versteend en staarde op de deur door welke zij verdwenen was. Het was stil geworden in de groote kamer; het avondrood wierp zijn gloeiend schijnsel door de vensters en vervulde het vertrek met een rooskleurige schemering.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek