Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Want ook Atossa had den spoorloos verdwenen broeder zeer liefgehad. Maar zelfs een vreemde zou gaarne aan Sappho's vertellingen het oor hebben geleend. Want niet zelden nam zij een hooger vlucht, en scheen, als ze de herinneringen uit den bloeitijd van haar geluk in woorden kleedde, eene door de goden bezielde dichteres te zijn.
Ja, daar was hare Atossa, daar hare moederlijke vriendin, daar, niet de vertoornde koning, maar de man die haar beminde. Thans ontsloot ook hij de lippen en riep, zijn streng gebiedend oog smeekend op haar vestigende: »O, Nitetis, ontwaak! Gij moogt, gij kunt niet schuldig zijn!"
Onmiddellijk zond Cassandane hare dienaren naar de hangende tuinen, om Nitetis uit te noodigen onverwijld tot haar te komen. In vreugde even uitgelaten als in droefheid, liep Atossa den draagstoel harer vriendin tegemoet, en vloog van de eene harer dienstmaagden naar de andere, om haar toe te roepen: »Allen zijn onschuldig; allen, allen zullen voor ons gespaard blijven!"
Na verloop van een uur keerde de oude man terug, en bracht Atossa, die hem te gemoet snelde, den ring van Bartja waaraan hij zoozeer gehecht was, en van Darius een in bloed gedoopten Indischen doek.
Na het ondergaan der zon zal de snoode levend begraven worden. Dit bevel wordt den overste der eunuchen, Boges, ter uitvoering in handen gesteld. De opperschrijver Ariabignes, op last van den koning Cambyzes. »Nauwelijks had ik dit geschrift in mijne mouwen geborgen, toen de moeder van den koning, door Atossa geleid, met gescheurde kleederen de zaal binnenvloog.
Ik voelde mij zoo vermoeid, dat ik niet onderscheiden kon, of ik waakte of droomde. Is Atossa niet meermalen bij mij geweest?" »Juist." »En Cambyzes bleef bij Cassandane, tot de zon opkwam; toen ging hij naar buiten, besteeg den hengst Reksch, en reed de diergaarde in." »Hoe weet gij dat?" »Ik heb het gezien!"
In den zomer bewoonde Sappho de hangende tuinen te Babylon, en gedacht dan dikwijls in hare gesprekken met Cassandane en Atossa de Egyptische koningsdochter, die de onschuldige oorzaak was geweest van zoovele voor groote rijken en edele menschen noodlottige gebeurtenissen.
De frissche berglucht, die het graf van haar geliefden afgestorvene omgaf, deed Cassandane onbeschrijfelijk goed, en met vreugde zag zij, dat ook Atossa op deze stille, schoone plek hare oude vroolijkheid, die sedert het sterven van Nitetis en het vertrek van Darius, haar verlaten had, terugkreeg.
Ontstemd over het woest en treurig aanzien van die plek, wilde hij andere, meer vruchtbare oorden op gaan zoeken, toen Atossa verscheen, en zonder hem op te merken, op eene bron toeliep, die eensklaps als door een tooverslag liefelijk ruischend uit den dorren grond opborrelde.
»Ik wist wel, dat gij mij liefhadt, goede Sabaces! Ga nu, en keer spoedig terug!" De grijsaard verwijderde zich haastig. Atossa zag hem peinzend na, en sprak bij zichzelve: »Thans zullen zij beiden weten, dat ik hen tot aan hun dood heb bemind. De roos beteekent: ik bemin u; de altijd groene cypres: trouw en onwankelbaar."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek