Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
De man, die het zwaard had ingeslikt, hield een appel omhoog. En het meisje schoot met de teenen, armen steeds gekruist en liggende, hoepelrond op den buik, den pijl af, in den appel. Er was bewonderend gejuich en applaus en ik, Charmides, zoon van Lyzias van Epidaurus, en die reisde in purper en parels, wierp enkele geldstukken op het tapijtje. Ach, Charmides! riep de zieke Aristomenes.
Ik zal mij hoeden voor Thessalië! riep ik Aristomenes toe: maar ik zal Thessalië niet ontwijken! Ik reis morgen Thessalië in!
En mij, riep Chremes; die kort was en dik, lang en mager! Ik lachte. Kom, kom! zeide ik. Ge zult gedroómd hebben. Ik geloof die verhalen niet. Even als Aristomenes heeft gedroomd, dat hij in een zwijn werd veranderd. Zie liever eens naar die drie bevallige danseresjes. Bij mijn godin, die nooit Hekate worden zal, maar altijd Afrodite blijft, ik geloof, dat ik verliefd word op
En Fotis, die mij een kruik wijn bracht en vier kroezen en de zieke Aristomenes tegen den plataan en Crito en Chremes, mijn beide collega's in wol en kaas, die behekst waren geweest en niet meer wisten wie van de een eigenlijk kort en dik en wie lang en mager was... Dit, dit was alles Delfi?
Noem mij Charmides! zeide ik genadig; ik reis wel in weelde-artikelen maar ben handelsreiziger als gij beiden, die reist in kaas en in wol en wij zijn toch collega's, niet waar. Noem mij Charmides, als Aristomenes mij reeds noemde.
En op den muur danste de beer met een stok in zijn pooten en de mannen dansten met hem. Een luik in de herberg werd open gestooten en Aristomenes riep mij toe: Hoed u, Charmides, voor Thessalië!
Ik ben Aristomenes en reisde slechts voor mijn genoegen, heer; ik wenschte het beroemde Thebe te zien, het beroemde Thespiæ en den tempel, waar het goddelijke beeld van Praxiteles' Eros gestaan heeft; ik wenschte Delfi, het heilige Delfi te zien; ik wenschte Thrachis te zien, waar Herakles heeft gewoond: ach, heer, ik was slechts een simpel toerist, ik was een dichter, ik beminde de letteren en de schoonheid, ik beminde het reizen en het trekken en Thessalië heeft schoone steden, schooner en weelderiger dan dit vervallene Delfi en dan Thespiæ en Thebe, maar, heer, ik werd er behekst en anderen werden er behekst als ik, in Larissa, in Hypata.... O, heer, o Charmides, gij, die reist in weelde-artikelen, neem u in acht: hoèd u voor Thessalië!
Ik herinnerde mij! Dat was Meroë, die Aristomenes, den armen dichter-toerist, in een zwijn had behekst, tot hij de roode amaryllis gevonden had!
Ginds stond mijn reiswagen, waar ik zoû moeten rusten.... geriefelijker eigenlijk, dacht ik, dan in de éene kamer "In de Pythia", met de drie bedden, die Aristomenes, Crito en Chremes reeds zouden innemen. De arme dichter-toerist, ziek was hij wel, al verbeeldde hij zich misschien in een zwijn te zijn veranderd geweest!
Hoeveel reizigers komen hier niet, die uit Thessalië komen en wie nièt is gebeurd, wat Crito, Chremes en Aristomenes meenen, dat hun gebeurd is! Maar bij wassende maan huilen de honden, die zijn Hekate gewijd en dan zijn de menschen banger dan later in de maand.... Wij gingen. Het was nu een lieflijke morgen, bepareld van dauw.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek