Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Toen Fotis mij op zeer bevredigende wijze gewaarschuwd had en mij een weldadige amulet om den hals had gehangen, slipte zij weg door het eene portier van mijn reiswagen en verdween als een schim in de nacht "In de Pythia".... Maar op dit zelfde oogenblik hoorde ik murmelen aan het andere portier: Heer! Heer Charmides! Gij, die in purper en parels reist....

Zoo heilig als de Lotos zijn zij niet, maar zij bezitten toch de wondere kracht... Welke dan? vroeg ik. Die der ontheksing, zeide de tuinman. Dit is het gezegende veld... Ik herinnerde mij Fotis' talisman, voelde aan mijn hals, maar de talisman was verdwenen, vermoedelijk mij door de harpij ontrukt. En ik herinnerde mij Demea's filter, die ook onthekste... Zijn hier dan werkelijk heksen?

Hoe heet je? vroeg ik beminnelijk. Fotis, heer, en ik ben tot uw dienst, zeide het beminnelijke meisje. Ik knikte haar welgevallig toe en at met smaak. Ik was iets minder melancholiek nu ik Fotis gezien had; waarlijk, zij zag er uit om verliefd op te worden en ik werd dan ook dadelijk op Fotis verliefd.

Fotis hoorde mij, lachte schamper en riep: Op drie dansmeiden van de straat! Maar eene van de danseressen kwam nader. Zij spreidde een tapijtje en legde er zich glimlachende voor-over op, de armen sierlijk gekruist. De fakkelvlam weêrspiegelde in de koperen munten, die bedekten haar voorhoofd en borst. Zij is de mooiste! riep ik. O wat is zij mooi en bevallig! En lenig!

En Fotis, die mij een kruik wijn bracht en vier kroezen en de zieke Aristomenes tegen den plataan en Crito en Chremes, mijn beide collega's in wol en kaas, die behekst waren geweest en niet meer wisten wie van de een eigenlijk kort en dik en wie lang en mager was... Dit, dit was alles Delfi?

Want fakkels werden hier en daar op het donkere plein in gestampt. Heer, antwoordde Fotis en lachte als een roos; het zijn de rond trekkende kunstenmakers, die gehoord hebben, dat gij in purper en parels reist en die een voorstelling geven komen. Ik lachte helderder. Laat ze komen! riep ik. Laat ze komen! Zij zullen ons verstrooien voor wij slapen gaan en wij zullen niet van heksen droomen.

Ik, ik was Charmides, de zoon van Lyzias van Epidaurus: ik reisde in purper en parels, in myrrhe en cinnamoom, in Sidonische tapijten en bombyx-zijde: ik was jong, rijk, mooi, krachtig, door de vrouwen bemind; ik beminde zelve altijd, ik was altijd heerlijk verliefd; ik was nu verliefd op Fotis, die ik toelachte toen zij de borden weg nam.... Mijne melancholieën om mijn strafreis en de sombere oorden, die ik door trok, gingen als lichte wolkjes....

Ik lichtte den voorhang op en herkende Demea. Wat is er, Demea....? Heer, zeide Demea; als ik niet gezien had, dat Fotis, die minne herbergmeid, in uw reiswagen was binnen geslopen.... Om mij te waarschuwen, zeide ik; voor de heksen van Thessalië....

Toen voelde ik het misschien voor het eerst.... Trots mijn lichtzinnigheid, trots mijn altijd verliefde jeugd.... Den eerbied voor de Goden en het Onuitsprekelijke.... Toen voelde ik bijna een weemoed om Apollo, wiens heilige stad zoo was vervallen, wiens Orakel niet meer werd geraadpleegd.... Toen voelde ik dat vreemde gevoel, terwijl mijne oogen toch Fotis, op wie ik verliefd was, bewonderden, als zij in gezonde, wat boersche maar mij aantrekkelijke, jonge-vrouwelijkheid ons bediende.... Dat vreemde gevoel, dat er

Langs den wagen sloop in den flauwen maneschijn een schim. Ik keek uit. Heer! fluisterde Fotis. Uw beide slaven slapen.... Daarom kom ik u waarschuwen, dat, zoo gij naar Thessalië gaat, gij goed doet een talisman om uw hals te dragen.... Kom binnen, noodde ik Fotis. Kom in den wagen en waarschuw mij beter....

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek