Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 oktober 2025
»Ja, hoor; wat zeg jij d'r van, man?« »Dina heeft eer van haar werk«, zei pa. Nel en Jo vonden het huis ook mooi. Die vonden alles mooi. Ze waren moe van de reis, maar toch stormden ze den tuin in. »Wat een groote«, riep Jo. »Kijk eens Nel, boomen ook! Wat bloeien ze mooi!« »Prachtig! Wat zouden 't zijn?« »Ik wed, appelboomen.« »Maar 't kunnen ook wel pereboomen zijn!« »Zullen we eens vragen?«
Als zij, tot bij klaren maneschijn, onder de lage takken van kromme appelboomen en mispelaren hadden gegeten en gedronken, gelachen en gedanst, en, tot slot, het kort, rap vuurwerk hun beenen had doen rillen, namen zij met veel lawijd en gepol afscheid van Charlot, en trokken zingend, terwijl Pallieter aan den arm van Marieke op een mondharmonika speelde, langs de vest en door de straten naar de statie.
Prettig is het, in de oude bijentuinen, waar de "zwerm in Mei" nog een feit en een levend gebeuren is, in de rozige schaduw der bloesemende appelboomen op het zwermen te wachten en dan over bijen te praten. Geen bezigheid die zoo de zenuwen stilt en de ziel verfrischt.
De appelboomen bloeiden. Dat wist hij immers wel. Dat had hij immers op alle hoeven gezien, 't was alleen maar, dat ze nergens zóó bloeiden als hier in dezen tuin, waar hij ze al had zien bloeien van toen hij nog klein was, af. Hij liep met gevouwen handen en heel voorzichtig de paden op en neer. De aarde was wit en de boomen waren wit, hier en daar met een tintje bleek rood.
Op dit oogenblik verscheen eene Hollandsche batterij veldkanonnen boven den heuvel; zij stelden zich op eenen afstand van ons, borst los met ontzettend gedonder en stuurde eene wolk schroot op ons af. Gelukkig was het schot te hoog gemikt; het regende bladeren en takken van de appelboomen, onder welker kruinen wij stonden.
Ik ben van Etchalar, zeide ze. Dat is vier uur van ons vandaan. Ik werd door zigeuners naar Sevilla meegenomen. Ik werkte daar in de fabriek om genoeg te verdienen ten einde naar Navarra terug te keeren, tot mijn arme moeder wier eenige steun ik ben, en die een kleine barratcea heeft, met twintig appelboomen om cider van te maken. O, was ik maar thuis, voor den witten berg!
Den volgenden dag was het ongunstig weder. De hemel was geheel met een donker floers bedekt, en een zachte regen viel op de bloeiende appelboomen en de vlier. Liesje stond des namiddags boven in haar kamertje, en zag met een droevig gelaat naar het slot, welks torens in een grauwen sluier gehuld schenen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek